www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

IJk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht Jacob l’Admiral

Geboren
12-02-1700 te Amsterdam

Overleden
12-09-1770 te Amsterdam

In functie
1745-1770

Benoemingen
Op 10-03-1745 door de Staten van Holland benoemd tot ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht over het gehele gewest Holland en West-Friesland. Na zijn aanstelling wendde hij zich tot de Staten-Generaal met het verzoek zijn salaris te willen vaststellen. Bij resolutie van 15-05-1747 werd bepaald dat het salaris dat hij in rekening mocht brengen gelijk zou zijn aan het salaris dat bij resolutie van 21-12-1706 was vastgesteld voor zijn voorganger Abraham Groengraft.


Alleen Jacob l’Admiral kreeg, om meer eenheid te waarborgen, op 01-05-1750 van de Staten-Generaal bovendien nog de aanstelling tot “Ykmeester of Justeermeester-Generaal van de kleine Yk- of Troische Gewigten over de Geheele Unie” c.q. de Zeven Provinciën. Hij had het recht om alle zilversmeden in de Zeven Provinciën te bezoeken en de balansschalen en gewichten te controleren en te ijken. Voor hem oefenden de ijk- en justeermeesters-generaal hun functie uitsluitend in Holland en West-Friesland uit.
Jacob l’Admiral ondervond buiten Holland bij de uitoefening van zijn ambt echter weinig medewerking, dat was de reden waarom zijn opvolgers niet meer over de gehele Unie werden aangesteld maar hun functie weer uitsluitend in Holland en West-Friesland uitoefenden.

Op 01-05-1750 werd door de Staten-Generaal ook zijn instructie vastgesteld, die tevens de definitieve bepaling van zijn salaris inhield en waarin werd vastgesteld dat de herijkperiode voor de Trooise gewichten op 3 jaar werd gesteld. Jacob l’Admiral was gedurende de periode 10-03-1745 tot 03-12-1755 ook stadsijkmeester van het Amsterdamse ijzeren gewicht, de oliematen en de gepegelde kannen.

Merk
Jacob l’Admiral voerde verschillende merken.

Het eerste ijkmerk van J. l’Admiral, gebruikt vanaf 10-03-1745 tot ruim na 1750
Het eerste ijkmerk van Jacob l’Admiral is, in hoogreliëf, de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland; een ongekroonde, naar links klimmende leeuw, met een naar buiten gekrulde staart, zonder zwaard en pijlenbundel, zonder de initialen ILA, in een nagenoeg rond stempelveld.
Hij gebruikte, zoals blijkt uit meerdere van l’Admiral bekende engelsen, dat eerste ijkmerk vanaf zijn benoeming op
10-03-1745, zowel vóór 1750, in 1750 maar ook nog na 01-05-1750, toen hij het Generaliteits-ijkmerk ging gebruiken.

Dit ijkmerk komt, voor zover mij tot nu toe bekend, voor op door l’Admiral vervaardigde engelsen, terwijl het ook is aangetroffen op een gewicht van 3 engels met de jaarletter P 1749 en het makermerk van Paulus Dorsman.

Er wordt wel geopperd dat het merk met de leeuw in een nagenoeg rond stempelveld het ijkmerk is dat, voordat l’Admiral op 10-03-1745 door de Staten van Holland werd benoemd, door Abraham Groengraft werd gebruikt bij het stempelen van engelsen en soms ook van muntgewichten.

Dat is echter niet het geval, zoals blijkt uit de vergelijking van engelsen van Groengraft en l’Admiral waar het ijkmerk met de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland op is afgeslagen. De ijkmerken met de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland die Groengraft en l’Admiral gebruikten zijn voor wat betreft een aantal details sterk van elkaar verschillend.

Op basis van deze verschillen lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat Groengraft en l’Admiral ieder een eigen ijkmerk met de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland gebruikten. Met andere woorden; het is waarschijnlijk dat  l’Admiral het merk van Groengraft niet heeft gebruikt omdat hij een eigen merk voerde.

Het tweede ijkmerk van J. l’Admiral, gebruikt vanaf 10-03-1745 tot 01-05-1750
Het tweede ijkmerk van Jacob l’Admiral is, in diepreliëf, de naar links klimmende, gekroonde Generaliteits- of Statenleeuw, nog zonder zwaard en pijlenbundel, zonder stempelveld, met links, rechts en daaronder respectievelijk zijn initialen I, L en A.
Dit ijkmerk is in dezelfde stijl uitgevoerd als het tweede ijkmerk van zijn voorganger Abraham Groengraft.

Jacob l’Admiral gebruikte dit ijkmerk vanaf zijn benoeming op 10-03-1745 tot 01-05-1750, toen hij werd benoemd tot ijk- en justeermeester-generaal over de gehele Unie ofwel over de Zeven Provinciën. Daarna ging hij het zogeheten Generaliteits-ijkmerk voeren.

Dit ijkmerk komt, voor zover mij tot nu toe bekend, enkel voor op een Troois blokgewicht van 2 mark (Meten en Wegen blz. 804 Afbeelding 5), op een muntgewicht van 1 Hollandse dukaat en op een balansschaal (beiden collecti
e, www.goudenzilverweging.nl). Het zal echter ongetwijfeld nog wel vaker gebruikt zijn.

Het derde ijkmerk van J. l’Admiral, gebruikt vanaf 01-05-1750, toen l’Admiral
ijk- en justeermeester-generaal over de gehele Unie werd, tot 12-09-1770
Het derde ijkmerk van Jacob l’Admiral is het zogeheten Generaliteits ijkmerk. Het Generaliteits ijkmerk bestaat uit de naar links klimmende, gekroonde Generaliteits- of Statenleeuw, met zwaard en pijlenbundel, in een rond stempelveld, met links, rechts en daaronder respectievelijk de initialen I, L en A.

Gerard Houben schreef in Meten en Wegen uit september 1981 op blz. 805 over dit ijkmerk;
"De ordonnantie van 1 mei 1750 stelde o.a. vast dat de Generaliteits-leeuw met zwaard en pijlenbundel in het ijkmerk afgebeeld diende te worden. Jacob l’Admiral voerde deze wijziging door en plaatste tevens zijn initialen rondom de leeuw”.

Noot
De Unie of de Zeven Provinciën waren de zeven zogenoemde provinciën of gewesten die zich bij de Unie van Utrecht (1579) samen met een aantal steden en Landschap Drenthe aaneensloten als een informele confederatie in de opstand tegen Koning Filips II van Spanje.

De “Instructie voor den Yk- of Justeermeester Generaal in de vereenigde Nederlanden, by de Staaten Generaal gearresteert den 1e Mey 1750” stelde in artikel III vast dat de Generaliteits- of Statenleeuw met de zeven pijlen in het ijkmerk afgebeeld diende te worden. Artikel III luidde als volgt;

III.
Zal zich moeten voorzien van zoodanige Poinçoenen tot het doen van zyn Yk, als meede de grootheid van de hem voorkoomende Gewichten, en ook van alle Goud- en Zilverschaalen, waar van Wy den Yk by deezen meede zyn ordonneerende, zal koomen te vereisschen, en behalven zyn eigen teeken, ook op dezelven slaan den Leeuw met zeven Pylen, ten einde geen andere Gewichen, of zulks niet geëikt of gejusteert zynde, geloove gegeeven worde, of in Onzen Staat worde gebruikt by iemand van Onze Ingezeetenen.

De gekroonde Generaliteits- of Statenleeuw was het wapen van de Staten-Generaal van de Zeven Verenigde Nederlanden. Dat was feitelijk de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland; een naar links klimmende leeuw, met een naar buiten gekrulde staart, onder toevoeging van het (krijgs)zwaard en de pijlenbundel van zeven pijlen uit het Generaliteitswapen. De leeuw was gekroond met een koningskroon omdat de "Hoogmogende heren" van de Staten-Generaal daarmee hun soevereiniteit wilden benadrukken.

Vanaf zijn benoeming tot ijk- en justeermeester-generaal over de gehele Unie ofwel over de Zeven Provinciën op
01-05-1750 wijzigde Jacob l'Admiral zijn ijkmerk conform de instructie van 01-05-1750 in het Generaliteits-ijkmerk en plaatste hij tevens zijn initialen rond de Statenleeuw.
Hij gebruikte het Generaliteits-ijkmerk vanaf 01-05-1750 tot aan zijn overlijden op 12-09-1770.

Dit ijkmerk komt, voor zover mij tot nu toe bekend, voor op Trooise krukgewichten, op een blokgewicht van 2 mark (Meten en Wegen blz. 804 Afbeelding 5), op zowel engelsen alsook op muntgewichten.

Het makermerk met twee vijfpuntige sterren in plaats van initialen van een ijk- en justeermeester-generaal
Het makermerk met in een rond stempelveld de afkorting ENG met daarboven en daaronder een vijfpuntige ster in plaats van de initialen van een ijk- en justeermeester-generaal komt niet alleen voor op gewichten van 2 en 1 engels geijkt door Jacob l’Admiral maar ook op een gewicht van 3 engels geijkt door Pieter Jacob le Cointe. In het boek Nederlandse gewichten staat op blz. 167 dat er destijds in de collectie Zevenboom een gewicht van 1 engels voorkwam met eenzelfde makermerk met twee vijfpuntige sterren. Het is derhalve onduidelijk door wie en waarom dit afwijkende makermerk werd gebruikt.

Noot
Opmerkelijk is verder dat op het door l’Admiral geijkte gewicht van 1 engels een Trooise lelie is afgeslagen. Voor zover tot nog toe bij mij bekend sloeg alleen Laurens Constant uit Rotterdam een Trooise lelie op engelsen af. Dat staat niet alleen vermeld in het boek 2000 jaar gewichten in de Nederlanden op blz. 152 maar blijkt tevens uit enkele inmiddels bekende, door Laurens Constant vervaardigde engelsen waarop inderdaad een Trooise lelie is afgeslagen.

Jo Zodenkamp schreef in Meten en Wegen uit juni 1997 op blz. 2336 over het makermerk van l’Admiral met twee sterren in plaats van de initialen ILA het volgende;

“Dat twee sterretjes in plaats van initialen in het makersmerk wellicht werd toegepast in het geval zo’n gewicht als muntgewicht werd gebruikt”.

Op basis van het onderstaande lijkt dat echter onwaarschijnlijk. In de koophandel, voor bankiers en geldwisselaars was het natuurlijk van belang om de massa van elke losse gouden en zilveren munt te kunnen bepalen. Bankiers waren uiteraard bekend met Ordonnanties waarin de massa' s van alle gangbare internationale gouden en zilveren munten waren aangegeven in Trooise eenheden, dat wil zeggen in engelsen en in azen. Door de toename van de West-Europese handel en omdat er veel oudere soorten gouden en zilveren munten in omloop bleven werd het aantal muntgewichten dat in één muntgewichtdoos meegenomen moest en kon worden uiteindelijk te groot. Het was praktischer om de massa van elke losse munt uit te drukken in een door iedereen geaccepteerde massa-eenheid. Op die manier zou men, met één serie gewichten, niet alleen de massa van alle in omloop zijnde munten, maar ook van ongemunt goud en zilver, kunnen bepalen.
Om die reden gingen bankiers in het begin van de 18e eeuw, en met name tussen ongeveer 1750 en 1850, in plaats van een steeds groter wordend aantal muntgewichten, net als in de 16e eeuw, weer kleine series Trooise gewichten gebruiken. Dat was wellicht de stimulans om ook in de Noordelijke Nederlanden de muntgewichten te gaan vervangen door engelsen. Dergelijke gewichten werden in Engeland pennyweights (dwts), in Frankrijk estelins, esterlins, esterlings of deniers, in Italië denaro’s, in Keulen Englisch, in de Zuidelijke Nederlanden, esterlings, ynghelsen of inghelsen en in de Noordelijke Nederlanden engelsen genoemd. De benamingen engelsen, ynghelsen en esterlingh werden overigens vaak naast elkaar gebruikt.

Bij mijn weten is er ook weleens geopperd dat een gewicht met een makermerk met twee vijfpuntige sterren in plaats van de initialen van de ijk- en justeermeester-generaal een standaardgewicht zou zijn. Maar of dat correct is……….

Waarom sloeg J. l’Admiral na 1750 op engelsen soms twee verschillende ijkmerken af? 
Op een gewicht van 3 engels met de jaarletters P 1749 ?, R 1751, S 1752, T 1753, U 1754 (Mededeling 4/74 blz. 140 en Meten & Wegen blz. 806) en een gewicht van van 4 engels met de jaarletters R 1751, S 1752, collectie www.goudenzilverweging.nl van de ijk- en justeermeester-generaal Jacob l’Admiral heeft hij twee verschillende door hem gebruikte ijkmerken over elkaar heen afgeslagen.

Op beide gewichten is als eerste het derde ijkmerk van l’Admiral, het zogeheten Generaliteits-ijkmerk met de initialen ILA, afgeslagen.
Hij gebruikte het Generaliteits-ijkmerk vanaf 01-05-1750 tot aan zijn overlijden op 12-09-1770.

Beide gewichten zijn, over het Generaliteits-ijkmerk heen, geijkt met het eerste ijkmerk dat l’Admiral gebruikte, in hoogreliëf, de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland; een ongekroonde, naar links klimmende leeuw, met een naar buiten gekrulde staart, zonder zwaard en pijlenbundel, zonder de initialen ILA, in een nagenoeg rond stempelveld.
Hij gebruikte, zoals al gemeld, dat eerste ijkmerk vanaf zijn benoeming op 10-03-1745, zowel vóór 1750, in 1750 maar ook nog na 01-05-1750, toen hij het Generaliteits-ijkmerk ging gebruiken.

Wanneer werd het eerste ijkmerk met de leeuw op deze gewichten over het Generaliteits-ijkmerk afgeslagen?
Op het gewicht van 3 engels kan dat gebeurd zijn tijdens het ijken in de jaren 1749 ?, 1751, 1752, 1753 of 1754.
Op het gewicht van 4 engels kan dat gebeurd zijn tijdens het ijken in de jaren 1751 of  1752.

Waarom werd het eerste ijkmerk met de leeuw op deze gewichten over het Generaliteits-ijkmerk afgeslagen?
Op blz. 138 van Mededeling 4/74 blijkt de schrijver van het artikel Engelsen, Ad van Diest, daar toen nog geen verklaring voor had.


Het kan in dit geval niet gaan om uit de oude voorraad van l’Admiral’s voorganger Groengraft afkomstige, incompleet gestempelde, gewichten van 3 en 4 engels, want dan was het Generaliteits-ijkmerk met de letters ILA over het oude door Groengraft gebruikte ijkmerk met de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland afgeslagen.
Dat is pertinent niet het geval, het gaat hier immers duidelijk om het door l’Admiral gebruikte eerste ijkmerk met de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland in een nagenoeg rond stempelveld.
Bovendien is het eerste ijkmerk van l’Admiral overduidelijk over het latere Generaliteits-ijkmerk afgeslagen. 

Vermoedelijk is de afslag bedoeld als een zogeheten klop
A.A.J. Scheffers schrijft in zijn boek Om de kwaliteit van het geld, deel I op blz. 105 dat Jacob l’Admiral zijn aanstelling tot ijk- en justeermeester-generaal over de gehele Unie op 01-05-1750 waarschijnlijk mede te danken had aan de “ongelijkwigtigheid” van de door de verschillende Munthuizen van de Republiek geslagen gouden dukaten en aan de “inaccuraatheijd” van de algemeen in gebruik zijnde goudgewichten.


Het was inderdaad zo dat de Staten-Generaal op 01-05-1750 tevens verschillende bepalingen voor de goudgewichten vaststelden. Zij moesten voortaan worden “geexamineert” door Jacob l’Admiral, wiens instructie als ijk- en justeermeester-generaal in de Verenigde Nederlanden van de Kleine IJk of Trooise gewichten over de gehele Unie op dezelfde dag werd vastgesteld.

Dat doet vermoeden dat het over het Generaliteits-ijkmerk heen afslaan van het door l’Admiral gebruikte ijkmerk met de leeuw uit het wapen van het graafschap Holland aangeeft dat er een extra controle heeft plaatsgevonden op de “accuraatheijd” van deze gewichten van 3 en 4 engels. Deze gewichten werden waarschijnlijk, zoals dat met munten ook gebeurde, “geklopt” als teken dat ze voldeden aan de daaraan te stellen eisen met betrekking tot de massa.

Noot
Een klop (Engels; counterstamp, Frans; contremarque, Duits; Kontramarke, Gegenstempel) is in de numismatiek een kleine instempeling of inslag die meestal tot doel had de waarde of het omloopsgebied te veranderen. Bovendien werden er naast munten ook andere zaken geklopt. Zo werd Gouds laken voorzien van allerlei loodjes die de kwaliteit aangaven. Als er tijdens de bewerking een fout in een eerdere deelbewerking werd ontdekt, dan werd in één van die keurmerken een klop gezet die de aard van de tekortkoming aangaf.

Verdere gegevens
Op 30-11-1730 trouwde hij met Maria Groengraft, de dochter van Abraham Groengraft, en nam hij de zaak van Groengraft over.
Jacob woonde tussen 1738 en 1741 in de Kalverstraat op de hoek van de Rozenboomsteeg.
In 1769 verplaatste hij zijn kantoor naar het huis van de balansenmaker Dirk Nagel in de Huidenstraat te Amsterdam.  Na het overlijden van J. l’Admiral op 12-09-1770 werd de balansenmakerij in de Kalverstraat in 1772 verkocht.
De vader van Jacob l’Admiral was een welgesteld man en was oorspronkelijk afkomstig uit Normandië. Hij liet Jacob en zijn broer Jean een opleiding volgen in de teken- en schilderkunst. Beiden waren bekwame graveurs. Jacob was tevens een entomoloog, een deskundige op het gebied van insecten, van enige betekenis die een aantal insectkundige werken heeft geschreven.

Foto’s: Webmuseum goudenzilverweging.nl  /  Een afbeelding uit: Ambachten, neringen en bedrijven, Alphabetisch voorgesteld aan de jeugd. Haarlem Erven J. Bohn. z.j.
Bron RH.: Rio Holtman.