www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

Hoofdzaken wet- en regelgeving 1949-1998 fijne weging

In de periode 1949-1998 werden de messing gewichten voor fijne weging vervaardigd conform de Beschikking d.d.
03-02-1949, die op 01-03-1949 in werking trad.

Opschriften 1949-1998, op de gewichten voor fijne weging: g = gram

De opschriften op de messing gewichten werden aangegeven in gram, aangeduid met de kleine letter g, zonder punt. Het opschrift werd afgeslagen op de bovenzijde van het gewichtlichaam.

Tegenover het opschrift in gram mocht op de gewichten bestemd voor de weging van parels en edelgesteenten de massa in metriek karaat worden vermeld met een getal, gevolgd door het symbool Kt, zonder punt. Per 01-01-1969 werd dat symbool gewijzigd in een kleine letter k, zonder punt en vanaf 28-03-1974 was voor het metrieke karaat het symbool Kt of ct, zonder punt, voorgeschreven. Daarbij gold:
10 metriek karaat = 10 k  /  Kt of ct = 2 gram = 2000 mg
5 metriek karaat = 5 k  /  Kt of ct = 1 gram = 1000 mg
1 metriek karaat = 1 k  /  Kt of ct = 0,200 gram = 200 mg

De messing gewichten voor fijne weging mochten geplatineerd (= met een laag platina bedekt), verguld, verzilverd, verchroomd, vernikkeld of gevernist zijn.

Justeergelegenheid 1949-1998, op de gewichten voor fijne weging
De ruimte onder de afschroefbare knop van knopgewichten en onder de afschroefbare kruk van krukgewichten werd als justeerruimte gebruikt.
Justering vond plaats door het aandrijven van het benodigde lood in de justeeropening. Bij de eerste keuring moest de niet gevulde ruimte onder de stift van de knop of onder de kruk tenminste ⅟3 van de hoogte van het gewichtlichaam bedragen.
De knopgewichten van 2 en 1 gram met een vaste knop waren niet voorzien van een justeerruimte/justeermogelijkheid.

Gieters- of fabrieksmerk 1949-1998, op de gewichten voor fijne weging
Een onopvallend gieters- of fabrieksmerk moest in het grondvlak van het gewicht afgeslagen worden.

Kantoormerk 1949-1998, op de gewichten voor fijne weging
Het kantoormerk moest in het grondvlak diametraal tegenover het fabrieksmerk met de onderzijde naar het midden van het grondvlak gekeerd afgeslagen worden. Op de metrieke karaatgewichten moest het kantoormerk niet met de onderzijde naar het midden van het grondvlak gekeerd maar 90° gedraaid/loodrecht op die richting afgeslagen worden.

Goedkeuringsmerken 1949-1998, op de gewichten voor fijne weging
De goedkeuringsmerken op de messing gewichten voor fijne weging moesten als volgt afgeslagen worden:
* de goedkeuringsmerken op de gewichten van 25000 gram t/m 5 gram op het gewichtlichaam, dicht onder de bovenrand, onder het midden van het opschrift/de massa-aanduiding
* ieder volgend ijkmerk indien mogelijk recht onder het voorgaande ijkmerk of anders rechts naast het eerste ijkmerk van de laatste rij
* alle ijkmerken op de gewichten van 2 en 1 gram in het grondvlak

Per 23-10-1950 werd voorgeschreven dat het goedkeuringsmerk op gewichten die voorzien waren van een metaalbeschermingslaag 90° gedraaid moest worden afgeslagen. Was het gewicht na de eerste ijk verchroomd, vernikkeld of op een andere manier beschermd, dan werd het gewicht na controle van de beschermingslaag 90° gedraaid gestempeld. Per 01-01-1970 is deze bijzondere stempeling vervallen.

Per 01-01-1970 werd vanwege het bij het stempelen beschadigen van het enigszins conische gewichtlichaam van de gewichten van 1000 t/m 5 gram de plaats voor de goedkeuringsmerken gewijzigd.

Vanaf die datum moest het eerste goedkeuringsmerk op het grondvlak nabij de rand en diametraal tegenover het kantoormerk afgeslagen worden.
Bij herijk werden de goedkeuringsmerken willekeurig op het grondvlak afgeslagen.
Als het grondvlak vol was gestempeld, werden de goedkeuringsmerken op het gewichtlichaam afgeslagen. Dit gebeurde op de manier zoals dat vóór 1970 was voorgeschreven: dicht onder de bovenrand onder het midden van de massa-aanduiding en ieder volgend ijkmerk recht onder het voorgaande ijkmerk of anders rechts naast het eerste ijkmerk van de laatste rij.

Periode 1949-1998, afwijkende messing gewichten voor fijne weging
In de periode 1949-1998 werden afwijkende messing gewichten voor fijne weging toegelaten, op basis van:

1 Toelating d.d. 03-10-1949
De firma Reijers en Zn. N.V. te Amsterdam (1948-1953) bood 140 gewichten voor fijne weging van
1 gram aan, waarbij het cijfer 1 en de letter g naast elkaar stonden terwijl ze eigenlijk afzonderlijk naar het middelpunt gericht afgeslagen moesten worden. De gewichten werden toch toegelaten.

2 Toelating d.d. 23-10-1951
Gewichten van 1000, 200 en 100 gram van de Haagsche Balansen- en Gewichtenfabriek N.V. te Den Haag, met het fabrieksmerk H, waarbij de naamafslag te diep was aangebracht, werden toch tot de keuring toegelaten.

3 Toelating d.d. 05-11-1981
Op 30 gewichten van 2 gram en 6 gewichten van 1 gram van de Haagsche Balansen- en Gewichtenfabriek N.V. te Den Haag met het fabrieksmerk H waren bij de eerste ijk per vergissing de EEG-merken in plaats van het ijkkantoormerk en het jaartalmerk in nationale uitvoering aangebracht. De gewichten werden toch toegelaten. Bij de herijk werd het jaartalmerk in nationale uitvoering afgeslagen.

1978-1998, precisiegewichten
Volgens de per 01-07-1978 in werking getreden EEG-ijkbeschikking d.d. 30-05-1978 werden er precisiegewichten van het EEG-model vervaardigd met een massa van 50 kilogram t/m 1 gram.
Precisiegewichten worden ingedeeld in de nauwkeurigheidsklassen E1, E2, F1, F2 en M1. Ze werden, voor zover bekend, niet door Nederlandse fabrikanten gemaakt. Om die reden worden ze buiten beschouwing gelaten.

Knopgewichten 1949-1998, gewichten voor fijne weging
De cilindrische knopgewichten voor fijne weging mochten in de periode 1949-1998 worden vervaardigd met een massa van 1000, 500, 200, 100, 50, 20, 10, 5, 2 en 1 gram.
De knoppen van de gewichten van 1000 t/m 5 gram zijn afschroefbaar.

Krukgewichten 1949-1998, gewichten voor fijne weging
In de periode 1949-1998 mochten de cilindrische krukgewichten voor fijne weging worden vervaardigd met een massa van 25000, 20000, 10000, 5000 en 2000 gram.
De krukken van deze gewichten zijn afschroefbaar.

Milligramgewichten 1949-1978 (goud | platina | aluminium)
In de periode 1949-1978 werden de milligramgewichten vervaardigd volgens de voorschriften uit de periode
1941-1998, conform de Beschikking d.d. 09-05-1939, die op 01-01-1941 in werking trad.
 

1978-1998, milligramgewichten EEG-model, precisiegewichten 1000 t/m 1 mg
Voor zover bekend produceerden alleen buitenlandse fabrikanten conform de EEG-ijkbeschikking d.d. 30-05-1978, die per 01-07-1978 in werking trad, milligramgewichten van het EEG-model/precisiegewichten van 1000 t/m 1 mg.

Dit betreft geen Nederlandse gewichten. Om die reden zijn ook deze precisiegewichten buiten beschouwing gelaten.

Volledigheidshalve wordt er voor wat betreft deze precisiegewichten verwezen naar het Vademecum van de Nederlandse metrieke gewichten, door Jan Bot | Ad van Diest, blz. 161 t/m 167. Het Vademecum werd uitgegeven door de Vereniging van Verzamelaars van Maten en Gewichten te Amsterdam. 1983.

Resumé van de merken in de periode 1949-1998
Op de gewichten uit de periode 1949-1998 kwamen als ijkmerken voor:
* tot 01-05-1989 een ijkkantoor- of kantoormerk en vanaf 01-05-1989 tot 01-10-1998 het kenmerk van een toezichthoudende instantie of een erkend persoon
* tot 01-01-1975 jaarletters en vanaf 01-01-1975 tot 01-10-1998 jaartalmerken
* één of meer afkeuringsmerken die tot 01-05-1989 werden gevormd door een verticaal gearceerde, gelijkzijdige driehoek en vanaf 01-05-1989 tot 01-10-1998 door een gelijkzijdige driehoek met daarbinnen het kenmerk van een toezichthoudende instantie of een erkend persoon

Uitgebreide informatie over de goed- en afkeuringsmerken, de ijkkantoren en de ijkkantoormerken in de periode
1949-1998 is te vinden op:
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Goedkeuringsmerken 1820-1998
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Afkeuringsmerken 1820-1998
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > IJkkantoren 1870-1993

Foto’s: Webmuseum goudenzilverweging.nl