www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

Goedkeuringsmerken 1820-1998

Goedkeuringsmerken algemeen
Maten en gewichten voor huishoudelijk gebruik hoefden niet geijkt te worden. Waar echter in het openbaar producten werden verkocht was het gebruik van geijkte maten, gewichten en weegschalen wel verplicht. Hoewel er in de loop der eeuwen talloze ijkmerken zijn gebruikt kwamen jaarletters het meest voor.
De op gewichten afgeslagen goedkeuringsmerken uit de periode vóór 01-01-1820 bestonden in ons land soms uit een stadswapen met een jaartal of een jaarletter, vaker werd er alleen een jaartal of een jaarletter afgeslagen. Daardoor is het determineren van voormetrieke gewichten vaak moeilijk of zelfs onmogelijk.

Goedkeuringsmerken 1820-1870
Per 01-01-1820 kwam daar verandering in. Nederland gebruikte vanaf 01-01-1820 tot 01-01-1975 zes alfabetten waarvan de letters als jaarletters dienden. Na afloop van een alfabet werd voor het volgende alfabet een ander lettertype gekozen, zodat vergissingen bij de datering uitgesloten werden. Door de verschillende lettervormen is het dateren van de metrieke gewichten gemakkelijk.

Nieuw vervaardigde Nederlandse bronzen en messing gewichten moesten in de periode 1820-1870 om voor de eerste keer geijkt te worden aangeboden worden op een ijkkantoor. Bij de eerste ijk werden op de bronzen en messing knop- en krukgewichten, als ze aan alle wettelijke eisen voldeden, als goedkeuringsmerken afgeslagen:
* een jaarletter
* het particuliere merk van de arrondissementsijker
Als goedkeuringsmerk werd met de invoering van het metrieke stelsel gekozen voor jaarletters die landelijk werden voorgeschreven. Om die reden is het sinds die datum betrekkelijk eenvoudig om bronzen en messing gewichten te dateren.

Voor het eerste alfabet (1820-1844) was wel de letter maar niet de lettervorm voorgeschreven. Jaarletters uit die periode kunnen daarom in verschillende uitvoeringen, zoals in hoofd- of schrijfletters, afgeslagen zijn.
Van de jaarletter A van 1820 tot en met de R van 1836 zijn veel variaties bekend, omdat in de periode 1820-1836 het snijden van de stempelijzers met de jaarletters door plaatselijke stempelsnijders werd uitgevoerd. Vanaf 1837 werden er in ons land, met uitzondering van de provincie Limburg, stempelijzers gebruikt die door de Munt in Utrecht waren gesneden. Daarmee verdween de variatie in de uitvoering van de jaarletters vanaf 1837 grotendeels. Enige diversiteit, zij het in mindere mate, bleef bestaan. Dat kwam omdat de Munt ook niet vormvast was bij het snijden van de stempels, het was immers handwerk. In Limburg werden niet tot 1837 maar tot en met 1845 afwijkende jaarletters afgeslagen. Pas vanaf 1846 gebruikte men daar stempelijzers die door de Munt in Utrecht waren gesneden.

Voorschriften voor het stempelveld waarbinnen de jaarletters afgeslagen dienden te worden, ontbraken in de periode 1820-1836. Voor Limburg liep die periode van 1820 tot en met 1845. Zo konden de letters geplaatst zijn in een rond, ovaal, driehoekig, vierkant stempelveld of in een stempelveld van een andere vorm. In de periode 1820-1836 werden de jaarletters ook zonder stempelveld afgeslagen.

In de periode 1820-1870 werd de plaats waar de goedkeuringsmerken afgeslagen moesten worden nog niet voorgeschreven.
Op de messing gewichten kunnen de oudste afslagen meestal op de kraag rond de knop of kruk naast het merk van de arrondissementsijker worden gevonden. De volgende jaarletters werden daarnaast of op een willekeurige plaats op het gewichtlichaam afgeslagen. Soms zelfs op het grondvlak van een gewicht en/of op de bovenkant van de knop en/of op de hals van de knop. Op de gewichten van 2 en 1 wigtje werden de meeste goedkeuringsmerken op het grondvlak aangebracht.
Op de sluitgewichten werden de goedkeuringsmerken meestal op de bodem van het huis en van de pijlen en soms boven op het deksel van het huis afgeslagen. Sporadisch ook op de schuine wand van het huis en/of van de pijlen, zowel op de binnen- als op de buitenzijde.

Gedurende de periode 1820-1870 gebruikten de ijkmeesters meestal een persoonlijk merk en soms een merk dat verbonden was aan het ijkkantoor waar ze werkten; het zogeheten particuliere merk van de arrondissementijker.

Goedkeuringsmerken 1870-1975
Nieuw vervaardigde Nederlandse messing gewichten moesten in de periode 1870-1975 om voor de eerste keer geijkt te worden aangeboden worden op een ijkkantoor. Bij de eerste ijk werden op de messing knop- en krukgewichten, met uitzondering van de knopgewichten van het internationale of EEG-model die vanaf 1965 in omloop kwamen, als ze aan alle wettelijke eisen voldeden, als goedkeuringsmerken afgeslagen:
* een jaarletter
* het nummer van het ijkkantoor in een typisch gevormd stempelveld.
Van het zesde alfabet werd bij de ijk en herijk tot en met december 1974 als laatste jaarletter de hoofdletter G van
1973-1974 in fantasievorm afgeslagen.

De nieuwe IJkwet d.d. 07-04-1869 (Staatsblad no. 57) schreef voor dat per 01-01-1870 het aantal ijkkantoren drastisch werd verminderd. Van de 35 ijkkantoren die er in 1869 waren, werden er 16 opgeheven, zodat er nog 19 overbleven. Later is het aantal ijkkantoren nog verder teruggebracht. De ijkkantoornummering werd daar drie keer op aangepast.
In plaats van de particuliere merken van de arrondissementijkers werden vanaf 1870-1975 de zogeheten kantoormerken afgeslagen: het nummer van het ijkkantoor in een typisch gevormd stempelveld.

De goedkeuringsmerken bij de eerste ijk vanaf 01-01-1975 tot 01-05-1989
Vanaf 01-01-1975 tot de privatisering van de Dienst van het IJkwezen per 01-05-1989 werden bij de eerste ijk op de Nederlandse messing knop- en krukgewichten, met uitzondering van de gewichten van het internationale of EEG-model, als goedkeuringsmerken afgeslagen:
* in verband met de Europese harmonisatie het jaartalmerk in nationale uitvoering: de laatste twee cijfers van het lopende jaartal, afgeslagen in een vierkant stempelveld met holvormige zijden en afgesnoten hoeken
* het ijkkantoornummer in het typisch gevormde stempelveld
Ook bij de herijk werden in die periode de jaarletters vervangen door een jaartalmerk in nationale uitvoering. Met ingang van 01-01-1983 werd alleen voor gewichten nog een verplichte herijk voorgeschreven.

De goedkeuringsmerken bij de eerste ijk vanaf 01-05-1989 tot 01-10-1998
Vanaf de privatisering van de Dienst van het IJkwezen per 01-05-1989 tot 01-10-1998 werden bij de eerste ijk op de Nederlandse messing knop- en krukgewichten, met uitzondering van de gewichten van het internationale of EEG-model die vanaf 1965 in omloop kwamen, als ze aan alle wettelijke eisen voldeden, als goedkeuringsmerken afgeslagen:
* het jaartalmerk in nationale uitvoering
* het kenmerk, in plaats van het ijkkantoornummer in het typisch gevormde stempelveld
Ook bij de herijk werd vanaf 01-05-1989 tot 01-10-1998 als goedkeuringsmerk het jaartalmerk in nationale uitvoering afgeslagen.

Na de privatisering van de Dienst van het IJkwezen op 01-05-1989 tot het Nederlands Meetinstituut N.V. waren alleen de ijkkantoren te Amsterdam, Den Bosch, Dordrecht, Rotterdam en Zwolle nog operationeel.
Vrij snel na 01-05-1989 werden alle nog operationele ijkkantoren gesloten en afgestoten. Het ijkkantoor te Dordrecht werd in 1993 als laatste gesloten. Het gebouw werd tot eind 2018 door NMi Certin B.V. als test- en certificeringsinstituut gebruikt.

Vanaf 01-05-1989 werden de ijkkantoornummers in het typisch gevormde stempelveld vervangen door een kenmerk, ook ‘de Baksteen’ genoemd, naar de ontwerper de heer Baksteen. Dit kenmerk:
* bestaat uit een in een kader gevat vierkant, onderverdeeld in 16 gelijke vierkanten met daarin aangebracht de markering die de desbetreffende ijkinstelling of ijkbevoegde persoon identificeert.
* is het kenmerk van een aangewezen instantie of persoon die beschikt over een erkenning als bedoeld in artikel 11 van de Metrologiewet.
* wordt gebruikt door de herkeuringsbevoegden in Nederland en niet meer alleen door het NMi, de naam van de ijkbevoegde is in 2006 overigens vervangen door Erkende Keurders.
* heeft geen relatie meer met een ijkkantoor.
* is vanaf 01-05-1989 te vinden in het goedkeuringsmerk.
* is vanaf 01-05-1989 te vinden in het afkeuringsmerk.

Nieuw vervaardigde Nederlandse messing gewichten, vermoedelijk werden in 1991 voor het laatst nieuwe Nederlandse messing gewichten ter ijk aangeboden, en ter herijk aangeboden Nederlandse gewichten moesten in de periode 1989-1998 om voor de eerste keer geijkt/herijkt te worden naast op de nog tot 1993 geopende ijkkantoren vanaf 01-05-1989 tot en met 1998 aangeboden worden bij een toezichthoudende instantie of een erkend persoon die beschikt over een erkenning als bedoeld in artikel 11 van de Metrologiewet, dat kon tot 1993 dus ook een van de drie toen nog operationele ijkkantoren te Rotterdam (gesloten in 1991), Amsterdam (gesloten in 1992) of Dordrecht (gesloten in 1993) zijn.

Wijziging IJkreglement, afschaffing periodieke herkeuring van gewichten per 01-10-1998
In 1998 werden de IJkwet en het IJkreglement aangepast. Vanwege kostenstijgingen voor ondernemingen en de sterke afname van het gebruik van gewichten werd toen besloten om de periodieke herkeuring (herijk) van gewichten af te schaffen.
Het betreffende Besluit is gepubliceerd in het Staatsblad 1998, 521, Besluit d.d. 27-07-1998 tot wijziging van het IJkreglement (meetwerktuigen voor directe massa­meting; justeer- en correctie-inrichtingen; afschaffing periodieke herkeuring van gewichten). Het Besluit trad op 01-10-1998 in werking, blijkbaar werd de herijk van gewichten vanaf die datum niet meer nodig geacht.

Einde van de fabricage van messing gewichten in Nederland
In de periode 1820-1870 werd de productie van bronzen gewichten in ons land beëindigd. Het jaar 1991 kan waarschijnlijk worden beschouwd als het jaar waarin de fabricage van messing gewichten in Nederland definitief werd stopgezet. In dat jaar werden in ieder geval voor het laatst nieuwe Nederlandse messing gewichten ter ijk aangeboden.
Met de afschaffing van de herijk in 1998 kwam er ook een eind aan de ijk van Nederlandse messing gewichten en rond dat jaar kwam er vermoedelijk ook een eind aan het gebruik van Nederlandse messing gewichten voor gewone en fijne weging in ons land.

Het gebruik van messing test- en ijkgewichten vanaf 01-10-1998
Het gebruik van messing test- en ijkgewichten vallen buiten het kader van het Webmuseum goudenzilverweging.nl. Toch wordt er hier in het kort informatie over verstrekt.
Er worden na 1998 nog wel ISO 17025 gecertificeerde, messing test- en ijkgewichten gebruikt. Die worden als testgewichten, maar ook bij de ijk en wettelijke keuringen van weegapparatuur ingezet. Dergelijke messing gewichten zijn overigens niet van Nederlands fabricaat, want de productie van messing gewichten in Nederland werd vermoedelijk in 1991 definitief stopgezet.
De keuring van messing test- en ijkgewichten is sindsdien nog wel mogelijk, ze worden echter niet meer geijkt maar zijn voorzien van een erkend RvA Certificaat (ISO 17025).

De RvA (Raad voor Accreditatie) is een Nederlandse instelling die in 1995 ontstond uit de Nederlandse Kalibratie Organisatie, de Stichting Erkenning Laboratoria en Inspectie-instellingen. Deze voorgangers zijn opgericht door of op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken.

NMi Inspecties en Kansspeltechniek B.V. is met ingang van de privatisering van de Dienst van het IJkwezen op
01-05-1989 door het Ministerie van Economische Zaken aangewezen als toezichthouder op de naleving van de Metrologiewet, de Waarborgwet en de Wet op de kansspelen.
In 2003 is de naam gewijzigd in Verispect B.V. om aan te geven dat zij onafhankelijk toezicht hielden in de relatie tot het NMi.
Vanaf 01-01-2014 is het Toezicht op de Wet op de kansspelen overgegaan naar de Kansspelautoriteit, ressorterend onder het Ministerie van Justitie.
Vanaf 01-01-2016 zijn de taken en het personeel van Verispect, het toezicht op naleving van de Metrologiewet en de Waarborgwet teruggegaan naar de Overheid en ondergebracht bij Agentschap Telecom, ressorterend onder het Ministerie van Economische Zaken.
Tijdens het toezicht kijkt de toezichthouder wel naar de eventuele gewichten die aanwezig zijn op de locatie. Men kan dan globaal controleren of de gewichten nog correct zijn door deze met de eigen werkstandaarden te vergelijken op het weegwerktuig. De gebruiker kan ze ook laten herkeuren, ze worden dan gekalibreerd bij een onder de ISO-norm 17025 geaccrediteerd laboratorium en voorzien van een certificaat.

De ijk van balansen en weegschalen
Balansen werden gedurende de periode 1874 tot 1882 van een esculaapteken voorzien. Dat esculaapteken fungeerde als overgangsmerk, omdat de wetgever toen verwachtte dat de ijk ook voor weegschalen zou gaan gelden. Daar is vanaf 11-07-1882 echter weer van afgezien.

Weegschalen worden in Nederland pas vanaf 1941 geijkt door middel van individuele keuring of keuring naar model.

Voor verdere informatie over de particuliere merken van de arrondissementsijkers en de fabrieksmerken verwijs ik graag naar de website van Internet-Museum www.oudegewichtjes.nl

De vier foto’s tonen van links naar rechts:

Foto’s 1 en 2
De tabel met jaarletters en jaartalmerken in nationale uitvoering uit de periode 1820-1998 zoals deze in de jaren 1970/1980 door de toenmalige Oudheidskamer van het IJkwezen te Delft werden gepresenteerd. De tabel toont duidelijk het verschil tussen de zes in die periode gebruikte alfabetten.
De letters zijn afgebeeld zonder een stempelveld.

Foto 3
Het tweemaal afgeslagen merk van arrondissementsijker Dr. Matheus Christinus Mensing te Rotterdam en de jaarletters v van 1865, w van 1866 en x van 1867.

Foto 4
Het kantoormerk/ijkkantoornummer 15 van het ijkkantoor te Leeuwarden.

Foto 5
Het kenmerk als goedkeuringsmerk zoals NMi Certin B.V. te Delft, de opvolger van de Dienst van het IJkwezen in Nederland, dat naast het nationale standaarden instituut VSL en de toezichthouder Verispect vanaf 01-05-1989 als haar kenmerk bij de herkeuring hanteerde.
Elke kolom bevat vier vakjes, die van boven naar beneden de cijfers 1, 2, 3 en 4 aangeven. Om de markering te berekenen, dienen de door de cirkels gemarkeerde cijfers in iedere kolom opgeteld te worden. Als er een tweede cirkel in een kolom staat, wordt er bij die optelling nog een cijfer 1 opgeteld. Er staan nooit twee cirkels naast of onder elkaar. Het kenmerk toont de hoogst mogelijke markering: 7575.

Foto’s: Webmuseum goudenzilverweging.nl