www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

Hoofdzaken wet- en regelgeving 1941-1949 fijne weging

Vóór 1940 werden gewichten aangeboden door apotheekhoudende geneeskundigen, apothekers, goud- en zilversmeden, juweliers, handelaars in edelmetalen en edelstenen, op basis van een circulaire d.d. 31-05-1923, automatisch aangemerkt als gewichten voor fijne weging. Ook de metrieke karaatgewichten vielen daaronder. Vanaf
09-05-1931 gold dat tevens voor de gewichten van 500 gram en lichter van veeartsen.

In de periode 1941-1949 werden de messing gewichten voor fijne weging vervaardigd conform de Beschikking d.d.
09-05-1939, die op 01-01-1941 in werking trad. De gewichten voor fijne weging kregen vanaf toen een nieuw model.


Opschriften 1941-1949, gewichten voor fijne weging
kilogram = 1000 gram of 1 kilogram, gram (op gewichten van 500, 200 en 100 gram) en g (op gewichten van 50, 20, 10, 5, 2 en 1 gram).

De opschriften op de messing gewichten werden met kleine letters zonder punt geschreven. Ze werden afgeslagen op de bovenzijde van het gewichtlichaam.

Het nieuwe model van de knopgewichten voor fijne weging was in de periode 1941-1949 gelijk aan het model van de knopgewichten voor fijne weging uit de periode 1949-1998, alleen de opschriften waren anders. In de periode
1949-1998 werden de opschriften op de messing gewichten aangegeven in gram, aangeduid met de kleine letter g, zonder punt.


Op gewichten bestemd voor weging van parels en edelstenen mocht tegenover deze opschriften de massa in metriek karaat worden vermeld met een getal gevolgd door het symbool Kt, zonder punt. Daarbij gold:
10 metriek karaat = 10 Kt = 2 gram = 2000 mg
5 metriek karaat = 5 Kt = 1 gram = 1000 mg
1 metriek karaat = 1 Kt = 0,200 gram = 200 mg

De messing gewichten voor fijne weging mochten verguld, verzilverd, verchroomd of vernikkeld zijn en met ingang van 23-10-1948 ook gevernist. In overleg met het Rijksbureau voor Non Ferro-metalen was in verband met oorlogsomstandigheden messing alleen beschikbaar voor gewichten voor fijne weging tot en met 1000 gram.

Justeergelegenheid 1941-1949, gewichten voor fijne weging
Als de gewichten voorzien waren van een afschroefbare kruk of knop werd de ruimte daaronder als justeerruimte gebruikt. De gewichten van 2 en 1 gram hadden een vaste knop en geen justeermogelijkheid.


Gieters- of fabrieksmerk 1941-1949, gewichten voor fijne weging
Een onopvallend gieters- of fabrieksmerk moest in het grondvlak van het gewicht afgeslagen worden.


Kantoormerk 1941-1949, gewichten voor fijne weging
Het kantoormerk moest in het grondvlak diametraal tegenover het fabrieksmerk met de onderzijde naar het midden van het grondvlak gekeerd afgeslagen worden. Op de metrieke karaatgewichten moest het kantoormerk in het grondvlak, diametraal tegenover het fabrieksmerk, niet met de onderzijde naar het midden van het grondvlak gekeerd, maar 90° gedraaid/loodrecht op die richting afgeslagen worden.


Goedkeuringsmerken 1941-1949, gewichten voor fijne weging
De goedkeuringsmerken op de messing gewichten voor fijne weging moesten als volgt afgeslagen worden:

* de goedkeuringsmerken op de gewichten van 25 kilogram t/m 5 gram op het gewichtlichaam, dicht onder de bovenrand, onder het midden van het opschrift/de massa-aanduiding
* ieder volgend ijkmerk indien mogelijk recht onder het voorgaande ijkmerk of anders rechts naast het eerste ijkmerk van de laatste rij
* alle ijkmerken op de gewichten van 2 en 1 gram in het grondvlak

Knopgewichten 1941-1949, gewichten voor fijne weging
In de periode 1941-1949 werden de cilindrische messing knopgewichten voor fijne weging vervaardigd met een massa van 1 kilogram, 500, 200, 100, 50, 20, 10, 5, 2 en 1 gram.

De knoppen van de gewichten van 1 kilogram t/m 5 gram mochten afschroefbaar zijn.

Krukgewichten 1941-1949, gewichten voor fijne weging
In de periode 1941-1949 konden de cilindrische messing krukgewichten voor fijne weging worden vervaardigd met een massa van 25, 20, 10, 5 en 2 kilogram.

De krukken van deze gewichten mochten afschroefbaar zijn.

Periode 1941-1949, gewichten voor gewone weging geschikt gemaakt voor fijne weging
In de periode 1941-1949 werden er als gevolg van de door oorlogsomstandigheden ontstane materiaalschaarste afwijkende messing gewichten voor fijne weging toegelaten.

Door koperschaarste en gebrek aan materiaal voor het vervaardigen van nieuwe beitels kwam het nieuwe, speciale model voor gewichten voor fijne weging slecht van de grond.
In afwijking van de op 01-01-1941 in werking getreden Beschikking d.d. 09-05-1939 werden om die reden de volgende noodmaatregelen getroffen:

Noodmaatregel d.d. 06-01-1941
Messing gewichten voor gewone weging mochten geschikt gemaakt worden als gewichten voor fijne weging. De fabrikant moest dan met een zelfgemaakt stempel een esculaapteken achter de benaming afslaan.
Dergelijke gewichten mochten ook gevernist worden. Het voor fijne weging geschikt maken, betekende dat die gewichten nauwkeuriger gejusteerd werden. Bij circulaire d.d. 21-02-1949 werd deze toestemming per 01-03-1949 weer ingetrokken.

Noodmaatregel d.d. 15-01-1941
Gewichten voor gewone weging die voor fijne weging geschikt gemaakt waren, dienden bij ijk en herijk extra te worden gemerkt door het goedkeuringsmerk met de onderzijde van het merk 90° naar links gedraaid af te slaan.

Noodmaatregel d.d. 14-02-1941
Ook op reeds geijkte gewichten, onder meer in voorraad bij de firma Becker’s Sons, mocht het esculaapteken worden aangebracht. Bij de herijk moesten de daarop volgende goedkeuringsmerken met de onderzijde van het merk 90° gedraaid afgeslagen worden.

Noodmaatregel d.d. 20-01-1942
In verband met dreigende koperschaarste had de firma Becker’s Sons een grote partij messing gewichten in voorraad. De beginletter van de massa-aanduidingen was met een hoofdletter geschreven en daarom in strijd met de Beschikking d.d. 09-05-1939, die op 01-01-1941 in werking trad. In verband met de bijzondere omstandigheden werden die gewichten, zowel met als zonder esculaapteken, toch tot de ijk toegelaten. Deze toestemming werd per 06-04-1949 ingetrokken.

Noodmaatregel d.d. 16-02-1942
Op enkele gewichten van 5 kilogram voor fijne weging van de fabrikant Becker’s Sons was per vergissing ook het esculaapteken aangebracht. De gewichten werden toch toegelaten.

Noodmaatregel d.d. 29-04-1942
Van tien gewichten van 2 kilogram voor gewone weging met esculaapteken van de fabrikant Becker’s Sons was de diameter van de justeeropening te groot, namelijk tot 17,9 mm in plaats van maximaal 16,7 mm. De gewichten werden toch tot de keuring toegelaten.

Noodmaatregel d.d. 15-01-1944
Bij herijk werden enkele zinken gewichten als gewichten voor fijne weging gestempeld met een 90° gedraaid goedkeuringsmerk. In overleg met de Inspecteur van de Volksgezondheid werd dit niet toegestaan.
Gewichten voor gewone weging zonder esculaapteken, gekocht na 01-01-1941 en geschikt gemaakt voor fijne weging, werden bij herijk met een 90° gedraaid goedkeuringsmerk gestempeld. Dergelijke gewichten werden in verband met bijzondere omstandigheden toegelaten.

Noodmaatregel d.d. 17-02-1944
Gewichten voor gewone weging van vóór 1941 die voor fijne weging werden gebruikt en niet van een esculaapteken waren voorzien, mochten bij herijk met een 90° gedraaid goedkeuringsmerk worden gestempeld. Ze konden zo als gewichten voor fijne weging worden geïdentificeerd. Met ingang van 01-01-1970 werd het omstempelen van gewichten voor gewone weging tot gewichten voor fijne weging niet meer toegestaan.

Noodmaatregel d.d. 15-08-1946
Onder anderen kruideniers boden vanwege materiaalschaarste gewichten met een esculaapteken en een 90° gedraaid goedkeuringsmerk aan voor gewone weging. Dit werd toegestaan. Het esculaapteken moest dan wel met een goedkeuringsmerk overgestempeld worden. Het gewicht moest zoals gebruikelijk met de goedkeuringsmerken niet 90° gedraaid maar rechtop gestempeld worden. Met ingang van 01-01-1970 werd deze omschakeling niet meer toegestaan, maar gewichten die vóór die datum ‘omgeschakeld’ waren, mochten in gebruik blijven en gekeurd worden.

Noodmaatregel d.d. 30-08-1946
De fabrikant J.H. Becker te Delft bood één gewicht van 10 kilogram en vier gewichten van 5 kilogram met een esculaapteken en met de benaming KILOGRAM in plaats van kilogram aan. In verband met materiaalschaarste werden deze gewichten toegelaten.

Verschillende keren werden gewichten met een foutieve stempeling toegelaten, onder meer met een 180° gedraaid kantoormerk, met te kleine of te grote merken en bij karaatgewichten met een gedraaid goedkeuringsmerk in plaats van een gedraaid kantoormerk.

Milligramgewichten 1941-1949 (goud | platina | aluminium)
In de periode 1941-1949 werden de milligramgewichten vervaardigd volgens de voorschriften uit de periode
1941-1998, conform de Beschikking d.d. 09-05-1939, die op 01-01-1941 in werking trad.


Periode 1941-1949, toelating van afwijkende milligramgewichten
In de periode 1941-1949 werd als gevolg van de door oorlogsomstandigheden ontstane materiaalschaarste een noodmaatregel getroffen die afweek van de op 01-01-1941 in werking getreden Beschikking d.d. 09-05-1939. Die noodmaatregel maakte het mogelijk om afwijkende milligramgewichten toe te laten. Het betrof:


Noodmaatregel d.d. 24-11-1942
Op 175 milligramgewichten van 100 mg was het getal 100 per vergissing 90° gedraaid afgeslagen. De gewichten werden toch toegelaten.

Resumé van de merken in de periode 1941-1949
Op de gewichten uit de periode 1941-1949 kwamen als ijkmerken voor:

* een ijkkantoor- of kantoormerk
* de goedkeuringsmerken/jaarletters
* één of meer afkeuringsmerken: gevormd door een verticaal gearceerde, gelijkzijdige driehoek

Uitgebreide informatie over de goed- en afkeuringsmerken, de ijkkantoren en de ijkkantoormerken in de periode
1941-1949 is te vinden op:

www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Goedkeuringsmerken 1820-1998
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Afkeuringsmerken 1820-1998
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > IJkkantoren 1870-1993

 

Foto’s: Webmuseum goudenzilverweging.nl