www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

Metriek gewicht 20d; Wet 07-04-1869 S57, Hoofdstuk IV. Strafbepalingen, art. 28-36

De serie documenten Metriek gewicht 20a, 20b e.v. belicht de Wet d.d. 07-04-1869 (Staatsblad no. 57) en een aantal besluiten als vervolg op de genoemde wet.

Wet d.d. 07-04-1869 (Staatsblad 57); betreffende maten, gewichten en weegwerktuigen
WET van den 7 April 1869, S. 57, betreffende de Maten, Gewichten en Weegwerktuigen (IJKWET)
Zooals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 25 Juli 1919, S. 522.

De Wet d.d. 07-04-1869 (Staatsblad no. 57) wordt vanwege de omvang in de transcriptie niet in zijn geheel beschreven, alleen de artikelen die betrekking hebben op de gewichten worden vermeld. Het betreft de volgende uitgave:

NEDERLANDSCHE STAATSWETTEN
Editie Schuurman & Jordens No. 14
IJKWET
Wet van den 7den April 1869, S. 57, zooals deze wet is gewijzigd bij de wetten van 27 Mei 1869, S. 88, 19 Juni 1871,
S. 62, 31 December 1872, S. 160 en 161, 8 Juli 1874, S. 96, 28 December 1879, S. 249, 30 December 1880, S. 254,
30 December 1881, S. 253, 15 April 1886, S. 64, 2 Mei 1897, S. 122 en 25 Juli 1919, S. 522,
betreffende de
MATEN, GEWIGTEN EN WEEGWERKTUIGEN
met
aanteekeningen, bijlagen en alphabetisch register
ELFDE DRUK
door
Dr. L. Leijdesdorff
Referendaris ter Gemeente-Secretarie van Utrecht
Zwolle - W.E.J. Tjeenk Willink - 1925
Voor mogelijke aanvullingen en wijzigingen zie men achter het register

Transcriptie Hoofdstuk IV.
HOOFDSTUK IV.
STRAFBEPALINGEN.

Artikel 28.
Met eene geldboete van vijftig cents tot vijftig gulden of hechtenis van een dag tot zeven dagen, wordt gestraft:
1e het gebruiken, bezitten of voorhanden hebben van valsche maten, gewigten, meet- of weegwerktuigen op de plaatsen, vermeld in het eerste lid van art. 11, onverminderd de zwaardere straffen, toepasselijk wanneer bedriegelijke benadeeling door middel van die voorwerpen heeft plaatsgehad;
2e (Vervallen)

Artikel 29.
 Met eene geldboete van vijftig cents tot twintig gulden wordt gestraft:
1e het gebruiken, bezitten of voorhanden hebben van andere dan wettelijke maten, gewigten, weegwerktuigen en gasmeters op de plaatsen, vermeld in het eerste lid van art. 11;
2e het hebben van bijzondere merkteekenen op de maten met het doel om bij andere dan wettelijke maten te verkoopen;
3e het gebruiken, bezitten of voorhanden hebben op de plaatsen, vermeld in het eerste lid van art. 11, van maten, gewigten, meet- en weegwerktuigen, voorzien van het afkeuringsmerk, vermeld in het tweede lid van artikel 20, of niet voorzien van de vereischte stempelmerken.

Artikel 30.
Op de overtreding van art. 7 dezer wet door notarissen is art. 37 der wet van 9 Julij 1842 (Staatsblad no. 20) van toepassing.
Geschiedt die overtreding door andere ambtenaren, dan worden deze gestraft met eene geldboete van
ten hoogste tien gulden voor elke overtreding.
Van deze overtredingen neemt, op de vervolging van het openbaar ministerie, de burgerlijke regter kennis, overeenkomstig art. 854 van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering.
Secretarissen van openbare besturen en griffiers van regts- en andere collegien zijn alleen in de gevallen in dit artikel bedoeld boetpligtig, wanneer zij tot het opmaken van de in overtreding zijnde stukken hebben medegewerkt.
In andere gevallen, waarin het verbod van art. 7 zonder medewerking van secretaris of griffier is overtreden door hoofden, voorzitters of leden van besturen of door regters, zijn deze zelve uitsluitend aansprakelijk.
Evenzeer zijn aansprakelijk voor de overtreding van art. 7 alle onderteekenaren, deskundigen, scheidsmannen, procureurs, deurwaarders en alle andere ambtenaren in dat artikel bedoeld.
 
Artikel 31.
Met eene geldboete van vijftig cents tot tien gulden wordt gestraft:
het gebruik van maten, gewigten, meet- of weegwerktuigen op de plaatsen, vermeld in het eerste lid van art. 11, in strijd met het voorschrift in art. 15, litt. b.
De geldboete kan tot honderd gulden gaan, wanneer gebruik gemaakt wordt van een gasmeter, in strijd
met het voorschrift in art. 15, litt. b.

Artikel 32.
Met eene geldboete van vijftig cents tot vijf gulden wordt gestraft:
het doen van aankondigingen in strijd met het voorschrift van art. 10.

Artikel 33.
Het voorhanden hebben of het gebruik van ieder voorwerp, alsmede iedere aankondiging in haar geheel, waardoor de straffen in artt. 28-32 toepasselijk worden, maakt eene overtreding uit. Er kunnen echter niet meer dan tien geldboeten voor gelijktijdig gepleegde overtredingen worden uitgesproken.

Artikel 34.
Valsche en andere dan wettelijke maten, gewigten, en meet- en weegwerktuigen worden bij het ontdekken of constateren van een strafbaar feit, waartoe zij mogten gediend hebben, in beslag genomen, en in geval van veroordeeling verbeurd verklaard en vernietigd; zelfs bij een vonnis van vrijspraak of ontslag van regstvervolging kan de verbeurdverklaring en vernietiging bevolen worden. 
Maten, gewigten, en meet- en weegwerktuigen, van het afkeuringsmerk, vermeld in het tweede lid van art. 20, of niet van de vereischte stempelmerken voorzien, worden in beslag genomen en in geval van veroordeeling verbeurd verklaard.

Artikel 35.
Wanneer voorwerpen, bedoeld in art. 6, eenen valschen inhoud aanwijzen, worden zij met valsche maten gelijk gesteld.

Artikel 36.
(Vervallen.)

Foto’s: Webmuseum Goudenzilverweging.nl