www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Gewichten voor fijne weging 1870-1912
Hieronder wordt een beknopte beschrijving gegeven van de gewichtsoorten voor fijne weging uit de periode 1870-1912.

Opschriften 1870-1912
* KILOGRAM. / KILOGR. / KILOG. (= 1000 gram of 1 kilogram)
* HEKTOGRAM. / HEKTOGR. / HETOG. (= 100 gram)
* DECAGRAM. / DEKAGR.  /  D.G. (= 10 gram)
* GRAM. / G. (= gram).
De opschriften werden in de wet met kleine letters. Op de gewichten werden ze echter altijd met hoofdletters afgeslagen, gevolgd door een punt.
Naast de genoemde opschriften mochten tevens nog vermeld worden: POND (=kilogram), ONS, LOOD of WIGTJE. Soms werden deze oude benamingen nog voorafgegaan door de afkorting NED.
Dat betrof gewichten uit oude voorraden waarop een overgangs­regeling van toepassing was.

Knopgewichten 1870-1912
Gedurende de periode 1870-1912 werden de knopgewichten vervaardigd als cilindrische knopgewichten met een massa van 1 kilogram, 5, 2, 1 hektogram, 5, 2, 1 dekagram, 5, 2 en 1 gram.Het cilindrische model is voorgeschreven als "eene cilindrische gedaante" met een vastgegoten knop. In plaats van een knop mochten de gewichten van 1 kilogram en zwaarder ook van een vastgegoten ring worden voorzien. 

De afmetingen van de gewichten waren, op een enkele uitzondering na niet voorgeschreven.Ieder ijkkantoor ontving, vermoedelijk rond 1877, een set modelgewichten, als voorbeeld voor de fabrikanten. Het was uitdrukkelijk toegestaan om van deze modellen af te wijken.

Om die reden kenden de cilindrische knopgewichten uit de periode 1870-1912 voor wat betreft de vorm van het gewichtlichaam en de knop veel variatie.

Knopgewichten uit de periode 1870-1912 zijn vaak mooie gewichten. Dat geldt vooral voor de gewichten die in 1870 en kort daarna zijn vervaardigd. 

Druppelknopgewichten 1870-1912
Gedurende de periode 1870-1912 werd er tussen ongeveer 1847 en 1875 een speciaal model knopgewichten vervaardigd, de zogeheten druppelknopgewichten. 

Krukgewichten 1870-1912
In de periode 1870-1912 werden de cilindrische messing krukgewichten vervaardigd met een massa van 50, 25, 20, 10, 5, 2 en 1 kilogram. Gewichten van 10, 5, 2 en 1 kilogram mochten overigens ook van een knop worden voorzien. Het cilindrische model werd voorgeschreven als ‘eene cilindrische gedaante’ met een vastgegoten ring. 

De afmetingen van de gewichten werden, op een enkele uitzondering na, niet voorgeschreven. Elk ijkkantoor ontving, vermoedelijk rond 1877, een complete set modelgewichten, die tot voorbeeld kon dienen voor de gieters. Afwijkingen ten opzichte van die modellen waren echter uitdrukkelijk toegestaan.

In de periode 1870-1912 kenden de cilindrische krukgewichten dan ook met name in de vorm van de kruk enige diversiteit. De kruk kon worden uitgevoerd als een eenvoudig uitgevoerde ‘ring’ maar ook als een enigszins gemodelleerde handgreep. Krukgewichten uit de periode 1870-1912 zijn vaak mooie gewichten. Dat geldt vooral voor de gewichten die in 1870 en kort daarna zijn vervaardigd.

Sluitgewichten 1870-1912
Gedurende de periode 1870-1912 werden de sluitgewichten voor gewone en fijne weging vervaardigd  met een massa van 1 kilogram, 5, 2 en 1 hektogram. Sluitgewichten van
1 hektogram komen sporadisch voor. 


Een metriek sluitgewicht uit de periode 1870-1912 bestaat uit het huis: het buitenste gewicht, dat van een scharnierend deksel en een sluiting is voorzien, waarmee het huis afgesloten wordt. In het huis bevindt zich een reeks exact in elkaar passende gewichten, de zogeheten pijlen, met in de kleinste pijl het kleinste, massieve gewicht dat sluiter of sluitstuk wordt genoemd.

Bij de voormetrieke sluitgewichten en de sluitgewichten van het système métrique usuel is de massa van het huis en van iedere pijl even groot als de massa van de daarin passende pijlen met de sluiter. Deze sluitgewichten zijn zo ingericht dat het huis en elke pijl tweemaal zo zwaar zijn als de pijl die erin past. Dat geldt niet voor de massa van de kleinste pijl en de sluiter, deze hebben een gelijke massa.
De metrieke sluitgewichten werden op een andere manier ingedeeld.

Metrieke sluitgewichten hebben een eenvoudige vorm, zijn glad afgewerkt, en het huis is in tegenstelling tot het huis van voormetrieke sluitgewichten niet versierd. De grotere metrieke sluitgewichten zijn niet voorzien van een hengsel. 

Op de meeste sluitgewichten uit de periode 1870-1912 is een dubbele afslag van het ijkkantoormerk afgeslagen. Daaruit blijkt dat dergelijke metrieke sluitgewichten vaak voor fijne weging werden gebruikt.

Net als de metrieke sluitgewichten uit de periode 1820-1870 werden ook de sluitgewichten uit de periode 1870-1912 maar in beperkte mate vervaardigd. Dat kwam omdat ze lastig te maken waren, wat tot hoge productiekosten leidde. De laatste exemplaren en vervangende onderdelen werden in de jaren 1855-1888 gemaakt. Omstreeks 1916/1917 werden de laatste exemplaren herijkt. 

Resumé van de merken in de periode 1870-1912
Op de gewichten uit de periode 1870-1912 kwamen als ijkmerken voor:
* één of twee dezelfde ijkkantoor- of kantoormerken
* de goedkeuringsmerken/jaarletters
* één of meer afkeuringsmerken: gevormd door een verticaal gearceerde, gelijkzijdige driehoek

Uitgebreide informatie over de wet- en regelgeving met betrekking tot de knop-, kruk-, sluitgewichten voor fijne weging en de milligramgewichten gedurende de periode 1870-1912 is te vinden op:
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Hoofdzaken wet- en regelgeving 1870-1912 en www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Metriek gewicht 20a t/m 20g.  

Uitgebreide informatie over de goed- en afkeuringsmerken, de ijkkantoren en de ijkkantoormerken in de periode 1870-1912 is te vinden op:
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Goedkeuringsmerken 1820-1998
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Afkeuringsmerken 1820-1998  
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > IJkkantoren 1870-1993