www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Gewichten voor fijne weging: 1820-1870
Hieronder wordt een beknopte beschrijving gegeven van de gewichtsoorten voor fijne weging uit de periode 1820-1870.

Opschriften 1820-1870
* NED. POND (KIL.) / 1000 w (= 1000 gram of 1 kilogram)
* NED. ONC / NED. ONS / 100 w (= 100 gram)
* NED. LOOD / N.L. / 10 w (= Nederlands lood = 10 gram)
* N.W. / w (= Nederlands wigtje = 1 gram)
* KORREL (= 0,1 gram).

De periode 1820-1870 kende echter meerdere varianten, zoals:
Voor Nederlandse ponden: NED. PONDEN, NEDERLANDSCH POND, NEDERLANDSCHE PONDEN, N.P., N.P.K., KILOGRAMME, KILOG.
Voor Nederlandse onsen: N.O., NED. ONCE, NED. ONCEN, NED ONSEN, NED. ONZEN
Voor Nederlandse loden: NED. LODEN, NED. LOODEN
Voor Nederlandse wigtjes: NED. WIGTJES, NED. WIGTIES

Knopgewichten 1820-1870
De voorgeschreven vorm van de messing knopgewichten was ‘omtrent cilindrisch eenigzins schuins naar boven toeloopende’. Vanaf 1 Ned. pond en zwaarder werden ze voorzien van een vaste ring.

De kleinere gewichten werden voorzien van een vaste knop. De gewichten van 10, 5, 4, 3, 2 en 1 Ned. pond mochten eventueel ook met een knop worden uitgevoerd.

Knopgewichten mochten vervaardigd worden met een massa in alle veelvouden van het Ned. once, Ned. lood en het Ned. wigtje, tot negen van elke soort. De gebruikelijke massa’s waren: 1 Ned. pond (KIL.), 5, 2, 1 Ned. ons, 5, 2, 1 Ned. lood, 5, 2 en 1 Ned. wigtje.

Knopgewichten met een massa van 10 Ned. Pond (KIL.) zijn zeldzaam, exemplaren van 5, 4, 3 en 2 Ned. pond (KIL.) zijn schaars. Zeer zeldzaam zijn de exemplaren met een massa van:
* 9, 8, 7, 6, 4 en 3 Nederlandse onsen/oncen (veelvouden van 100 gram)
* 9, 8, 7, 6, 4 en 3 Nederlandse loden (veelvouden van 10 gram)
* 9, 8, 7, 6, 4 en 3 Nederlandse wigtjes (veelvouden van 1 gram)

Lamelgewichten mochten gemaakt worden met een massa in alle veelvouden van de korrel tot negen korrel. De massa werd aangeduid met de hoofdletter K zonder punt of met KORREL (1 korrel = 100 milligram). Zeldzaam zijn de exemplaren met een massa van:
* 9, 8, 7, 6, 4, en 3 korrel (veelvouden van 100 milligram).

Druppelknopgewichten 1820-1870
In de periode 1820-1870 werd er tussen ongeveer 1847 en 1875 een speciaal model knopgewichten vervaardigd, de zogeheten druppelknopgewichten.

Krukgewichten 1820-1870
Na de invoering van het metrieke stelsel per 01-01-1820 werden knopgewichten het meest gebruikt. Krukgewichten werden in feite alleen nog toegepast voor de gewichten met een massa van 50 t/m 1 Ned. pond (KIL.), aflopend per Ned. pond.

De voorgeschreven vorm van de messing krukgewichten was ‘omtrent cilindrisch eenigzins schuins naar boven toeloopende’.
Vanaf 1 Ned. pond en zwaarder werden ze voorzien van een vaste ring.

De kleinere gewichten werden voorzien van een vaste knop. De gewichten van 10, 5, 4, 3, 2 en 1 Ned. pond mochten eventueel ook met een knop worden uitgevoerd.

Er zijn ook metrieke krukgewichten bekend van 5, 2, 1 Ned. ons (500, 200 en 100 gram) en enkele exemplaren van 5 Ned. lood (50 gram). Laatstgenoemde gewichten zijn ook wel vermaakt uit voormetrieke krukgewichten van 1/8 pond. Overeenkomstig de voormetrieke krukgewichten kennen ook de metrieke krukgewichten regionaal gezien veel verschillende vormen, met name in de vorm van de kruk, de vorm van het gewichtlichaam en de versieringen op het gewichtlichaam.

Sluitgewichten 1820-1870
Met de invoering van het metrieke stelsel per 01-01-1820 voerde Nederland een nieuw type sluitgewicht in dat geënt was op een in Frankrijk gangbaar nagenoeg onversierd model.

Een metriek sluitgewicht uit de periode 1820-1870 bestaat uit het huis: het buitenste gewicht, dat van een scharnierend deksel en een sluiting is voorzien, waarmee het huis afgesloten wordt. In het huis bevindt zich een reeks exact in elkaar passende gewichten, de zogeheten pijlen, met in de kleinste pijl het kleinste, massieve gewicht dat sluiter of sluitstuk wordt genoemd.

Bij de voormetrieke sluitgewichten en de sluitgewichten van het système métrique usuel is de massa van het huis en van iedere pijl even groot als de massa van de daarin passende pijlen met de sluiter. Deze sluitgewichten zijn zo ingericht dat het huis en elke pijl tweemaal zo zwaar zijn als de pijl die erin past. Dat geldt niet voor de massa van de kleinste pijl en de sluiter, deze hebben een gelijke massa.
De metrieke sluitgewichten werden op een andere manier ingedeeld.

Metrieke sluitgewichten hebben een eenvoudige vorm, zijn glad afgewerkt, en het huis is, in tegenstelling tot het huis van voormetrieke sluitgewichten, niet versierd. De grotere metrieke sluitgewichten zijn ook niet voorzien van een hengsel.

De sluitgewichten voor gewone en fijne weging werden in de periode 1820-1870 vervaardigd met een massa van 1 Ned. pond, 5 Ned. once, 2 Ned. once en 1 Ned. once.

Tot nu toe zijn er zeven niet in de wet- en regelgeving genoemde sluitgewichten van 2 Ned. pond bekend. Slechts een van deze zeven gewichten is origineel compleet. Hoewel een sluitgewicht van 2 Ned. pond niet in het Koninklijk Besluit d.d. 08-06-1819 (Staatsblad no. 37) werd vermeld, adverteerde T.A. Nagel er in Amsterdam wel mee. 

Op de meeste sluitgewichten uit de periode 1820-1870 is een dubbele afslag van het particuliere merk van een arrondissementsijker afgeslagen. Daaruit blijkt dat dergelijke metrieke sluitgewichten vaak voor fijne weging werden gebruikt.

Metrieke sluitgewichten werden maar in beperkte mate vervaardigd. Dat kwam omdat ze lastig te maken waren, wat tot hoge productiekosten leidde. De laatste exemplaren en vervangende onderdelen werden in de jaren 1855-1888 gemaakt. Omstreeks 1916/1917 werden de laatste exemplaren herijkt. 

Resumé van de merken in de periode 1820-1870
Op de gewichten uit de periode 1820-1870 kwamen als ijkmerken voor:
* één of twee dezelfde merken van een arrondissementsijker
* meerdere merken van verschillende arrondissementsijkers
* de goedkeuringsmerken/jaarletters
* één of meer afkeuringsmerken: gevormd door een verticaal gearceerde, gelijkzijdige driehoek

Uitgebreide informatie over de wet- en regelgeving met betrekking tot de knop-, kruk-, sluitgewichten voor fijne weging en de milligramgewichten gedurende de periode 1820-1870 is te vinden op: www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Hoofdzaken wet- en regelgeving 1820-1870 en www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Metriek gewicht 1 t/m 19.

Uitgebreide informatie over de arrondissementsijkers in de periode 1820-1870 is te vinden op: www.oudegewichtjes.nl > Determineren > Arrondissementsijkers 1820-1870

Uitgebreide informatie over de goed- en afkeuringsmerken in de periode 1820-1870 is te vinden op:
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Goedkeuringsmerken 1820-1998
www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Afkeuringsmerken 1820-1998