www.goudenzilverweging.nl
Goud- en zilverweging
Home
Nieuws
Documentatie
Gewichten
Bankgewichten
Muntgewichten
Muntproductiegewichten
Middeleeuwse sluitgewichten
Trooise gewichten
Gewichten voor fijne weging: 1820-1870
Gewichten voor fijne weging: 1870-1912
Gewichten voor fijne weging: 1912-1919
Gewichten voor fijne weging: 1919-1941
Gewichten voor gewone weging: 1941-1998
Gewichten voor fijne weging: 1941-1949
Gewichten voor fijne weging: 1949-1998
Karaatgewichten
Medicinale gewichten voormetriek
Medicinale gewichten 1820-1872
Specifieke objecten
Arreteerleeuwen
Andere objecten
Balansen voor goud- en zilverweging
Diamant-/parelmaten en diamantzeven
Muntunster
Schuifmaat
Gezocht
Links
Verenigingen
Verzamelaars
Webmusea
Overige links
Lezingen/exposities
Publicaties
Webmuseumwinkel
Contact
Disclaimer
Vragen?
Andere objecten
Toetsster voor het toetsen van vijf goudgehaltes: 8, 10, 12, 14 en 18 karaat collectie W
Vijf toetsnaalden voor goud collectie W
Zeven draaibaar aan elkaar geklonken toetsnaalden voor zilver met als eenheid de penning particuliere collectie
Insculpatieplaat met de jaarletter G van 1891 / N 94 95 / JR+ collectie W
Insculpatieplaat met de jaarletter P van 1899 / K 172 173 / VT+ collectie W
Insculpatieplaat met de jaarletter S van 1902 / Q 135 collectie W
Muntzak met 1000 centen, ’s Rijks Munt te Utrecht particuliere collectie
Muntrol met 50 centen van de Rabobank particuliere collectie
Muntbak voor het vullen van muntzakken particuliere collectie
Ambassadeurskoffer met label, collectie W
Slagstempels van De Nederlandsche Bank te Amsterdam collectie DNB
Zes lakzegels van de directie van De Nederlandsche Bank collectie W
Zegel van het Kantoor van Incasseering van De Nederlandsche Bank collectie W
Zegel van het Kantoor Heerengracht van De Nederlandsche Bank te Amsterdam collectie W
Plombeertang met de monogrammen van De Nederlandsche Bank en de Kassier-Generaal collectie W
Bronzen brandkasten-embleem van de firma Lips uit Dordrecht collectie W
Naam- en sleutelplaat van de Rotterdamsche Brandkastenfabriek De Haas uit Rotterdam, 1902-1928 collectie W
Bronzen penning 26-09-1936; Op het verlaten van de gouden standaard collectie W
Gewichtvork H (oud model) collectie W
Gewichtvork H (nieuw model) collectie W
Muntzeven om muntgeld mee te sorteren particuliere collectie
Jaarpenning 2007 van de Stichting Vrienden van het Geldmuseum particuliere collectie
Vier zakjes en een sleutelhanger met versnipperde bankbiljetten van De Nederlandsche Bank particuliere collectie
Gewichtenplaatje van porselein: J.C.Th. Marius te Utrecht collectie W
Gewichtenplaatje van porselein: Instrumentenhandel, G.B. Salm, Amsterdam collectie W
Milligramenveloppe voor apotheker J.W. Florijn te Haarlem 11-02-1947 collectie W
Milligramenveloppe van de Haagsche Balansen- en Gewichtenfabriek te ’s-Gravenhage collectie W
Milligramenveloppe van de Haagsche Balansen- en Gewichtenfabriek te ’s-Gravenhage collectie W
Lakstempel van de Nederlandsche Middenstandsbank N.V. collectie W
Messing plaatjes om de nauwkeurigheid van een balans voor fijne weging aan te geven collectie W
Kartonnen medicijndoosje van huisarts L.J.M. Snieders te Reusel collectie W
Lakstempel van vermoedelijk een hoedenmaker of -verkoper collectie W
Insculpatieplaat met de jaarletter G van 1891 / N 94 95 / JR+ collectie W
Object
Roodkoperen insculpatieplaat, afkomstig uit het Kantoor van Waarborg te Utrecht
Gebruik van het object
Een insculpatieplaat is een controleplaat waarop alle keurmerken en keurtekens staan die op dat moment in gebruik zijn.
In het boek Keurtekens op zak, door C.B. van Dongen en G. Nieman uit 2004 staat op blz. 52 en 91;
“Tot 1928/1931 waren de essayeurs van de waarborgkantoren persoonlijk aansprakelijk voor fouten c.q. vergissingen in de resultaten van hun werk. Tot die datum werden de jaarletters beschouwd als hun verantwoordelijkheidstekens. Met behulp van de jaarletter en het kantoorteken met de kantoorletter kon immers onomstotelijk worden vastgesteld in welk kantoor, door welke essayeur en wanneer een voorwerp was gekeurd ofwel welke essayeur verantwoordelijk was voor de gehaltebepaling van een voorwerp.
Wanneer in de loop van een jaar als gevolg van overplaatsing, pensioen of overlijden een essayeur van een kantoor door een ander werd opgevolgd, werden dientengevolge de jaarletter van dat kantoor van een onderscheidend teken voorzien. Meestal was het een stip,maar komma’s, kruisjes, streepjes en sterretjes komen ook voor. Er bestaan ook enkele jaarletters met twee stippen; het gevolg van twee wisselingen binnen een enkel jaar. De jaarletter werd overigens niet door de essayeur afgeslagen maar door de controleur of commies stempelaar.”
In het Jaarverslag van 1964-1965 van de Stichting het Nederlands Belastingmuseum Rotterdam is op de blz. 24 t/m 35 het door J. van de Kamp in september 1965 geschreven artikel WAARBORG VAN PLATINA, GOUDEN EN ZILVEREN WERKEN / Afslagen van Rijks- en andere stempelmerken, zoals die voorkomen op insculpatieplaten in het Nederlands Belastingmuseum te Rotterdam opgenomen. Daarin staat op blz. 30;
“Men bedenke dat de essayeurs tot 1928 persoonlijk aansprakelijk waren voor onjuist essaai.”
Op blz. 32 van hetzelfde artikel staat;
“Zoals bekend is duiden de „jaarletters" van de gilden in feite het dekenaat aan, waaronder de ervan voorziene werken gekeurd zijn. Door met echte jaarletters te gaan werken, zou de mogelijkheid verdwijnen om na te gaan wie de voor keurmerking van een bepaald voorwerp verantwoordelijke essayeur is geweest. Om dit te ondervangen werden op de kantoren waar een essayeurwisseling plaatsvond, bij het optreden van de nieuwe essayeur, nieuwe jaarletterstempels in gebruik genomen, waaraan een bijzonder kenmerk werd toegevoegd.”
Een dergelijke kleine insculpatieplaat werd, puur ter zelfbescherming van de essayeur, om die reden vervaardigd en door de essayeur voor persoonlijk gebruik op het Kantoor van Waarborg bewaard
Daarnaast werden de grote insculpatieplaten, waarin alle merken van de essayeurs waren afgeslagen, eveneens op het Kantoor van Waarborg bewaard
De kleine insculpatieplaat stelde de essayeur in staat om, onafhankelijk van de grote insculpatieplaten, in het geval dat er een voorwerp werd aangeboden waarvan het essaai onjuist was en waarop valse merken van hem waren afgeslagen, door middel van die kleine insculpatieplaat aan te tonen hoe de door hem gebruikte merken eruit moesten zien
Opschriften
De jaarletter G van 1891 in een rond stempelveld, met rechts naast de letter, binnen het stempelveld, twee stippen, en daarnaast, buiten het stempelveld, het cijfer 94
De jaarletter G van 1891 in een rond stempelveld , met rechts naast de letter, binnen het stempelveld, twee stippen, en daarnaast, buiten het stempelveld, het cijfer 95
De twee stippen rechts naast de jaarletter G van 1891 duiden dus op twee essayeurwisselingen in het jaar 1891 in het betreffende Kantoor van Waarborg;
* De eerste essayeur gebruikte de reguliere jaarletter zonder bijzonder kenmerk
* De tweede essayeur gebruikte een jaarletter met één stip
* De derde essayeur gebruikte een jaarletter met twee stippen
Ieder jaar kende een andere jaarletter, de essayeur zag erop toe dat het oude stempel vernietigd werd
De jaarletter G van 1891 is tweemaal afgeslagen met een klein verschil; de twee stippen op de afslag met nummer N 94 zijn iets hoger en iets meer tegen de richting van de klok in gekanteld geplaatst dan op de afslag met nummer N 95
Zijn de stempels N 94 en N 95 voor de jaarletters wellicht verschillend omdat ze respectievelijk voor het stempelen van goud en zilver, materialen met een verschillende hardheid, hebben gediend en dus ook een andere hardheid bezitten?
De hoofdletter / slagletter N en de cijfers 94 en 95 corresponderen vermoedelijk met identiek afgeslagen jaarletters op een grote insculpatieplaat zoals die in het Kantoor van Waarborg werd bewaard
Staat de hoofdletter N voor de hoofdletter N van het Kantoor van Waarborg te Maastricht?
Dat Kantoor van Waarborg voerde de hoofdletter N van 1842/1844-1926
Of bewaarde ieder Kantoor van Waarborg meerdere grote, met een hoofdletter aangeduide, insculpatieplaten?
Met andere woorden correspondeert die letter N met één van de grote insculpatieplaten die in het Kantoor van Waarborg werden bewaard?
De grote cijfers 94 en 95 zijn vermoedelijk de volgnummers van de stempels zoals die op de grote insculpatieplaat vermeld staan
Waarom werden de stempels van een volgnummer voorzien?
Werden ze in een register opgenomen of alleen op de grote insculpatieplaat vermeld?
Op de voor- en de keerzijde is in een rechthoekig stempelveld afgeslagen; JR+
JR in een rechthoekig stempelveld is het essayeursteken van Th.J.A.M van Marck, later Romen en Zonen CV / J.J. Romen en Zonen te Roermond, werkzaam van 1953-1962
JR+ in een rechthoekig stempelveld is het importeursteken van Th.J.A.M van Marck, later Romen en Zonen CV / J.J. Romen en Zonen te Roermond, werkzaam van 1953-1962
Het essayeursteken met de toevoeging van een +-teken werd afgeslagen op voorwerpen die uit het buitenland geïmporteerd waren, met ander woorden; een essayeursteken met een +-teken is in feite een importeursteken
Waarom op de betreffende insculpatieplaat het merk van Th.J.A.M van Marck, later Romen en Zonen CV / J.J. Romen en Zonen te Roermond is afgeslagen is nog een raadsel
Het merk van Th.J.A.M van Marck, later Romen en Zonen CV / J.J. Romen en Zonen te Roermond staat immers op geen enkele manier in verband met de jaarletter G van 1891 en de overige merken op de insculpatieplaat
IJkmerken
n.v.t.
Bijzonderheden
De afmetingen van de insculpatieplaat zijn 25 x 14 mm
Inventarisnummer
n.v.t. / Collectie W
Foto's
Webmuseum goudenzilverweging.nl