www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

Insculpatieplaat met de jaarletter S van 1902 / Q 135 collectie W

Object

Roodkoperen insculpatieplaat, afkomstig uit het Kantoor van Waarborg te Utrecht

Gebruik van het object

Een insculpatieplaat is een controleplaat waarop alle keurmerken en keurtekens staan die op dat moment in gebruik zijn

In het boek Keurtekens op zak, door C.B. van Dongen en G. Nieman uit 2004 staat op blz. 52 en 91;

“Tot 1928/1931 waren de essayeurs van de waarborgkantoren persoonlijk aansprakelijk voor fouten c.q. vergissingen in de resultaten van hun werk. Tot die datum werden de jaarletters beschouwd als hun verantwoordelijkheidstekens. Met behulp van de jaarletter en het kantoorteken met de kantoorletter kon immers onomstotelijk worden vastgesteld in welk kantoor, door welke essayeur en wanneer een voorwerp was gekeurd ofwel welke essayeur verantwoordelijk was voor de gehaltebepaling van een voorwerp.
Wanneer in de loop van een jaar als gevolg van overplaatsing, pensioen of overlijden een essayeur van een kantoor door een ander werd opgevolgd, werden dientengevolge de jaarletter van dat kantoor van een onderscheidend teken voorzien. Meestal was het een stip,maar komma’s, kruisjes, streepjes en sterretjes komen ook voor. Er bestaan ook enkele jaarletters met twee stippen; het gevolg van twee wisselingen binnen een enkel jaar. De jaarletter werd overigens niet door de essayeur afgeslagen maar door de controleur of commies stempelaar.”

In het Jaarverslag van 1964-1965 van de Stichting het Nederlands Belastingmuseum Rotterdam is op de blz. 24 t/m 35 het door J. van de Kamp in september 1965 geschreven artikel WAARBORG VAN PLATINA, GOUDEN EN ZILVEREN WERKEN / Afslagen van Rijks- en andere stempelmerken, zoals die voorkomen op insculpatieplaten in het Nederlands Belastingmuseum te Rotterdam opgenomen. Daarin staat op blz. 30;

“Men bedenke dat de essayeurs tot 1928 persoonlijk aansprakelijk waren voor onjuist essaai.”

Op blz. 32 van hetzelfde artikel staat;

“Zoals bekend is duiden de „jaarletters" van de gilden in feite het dekenaat aan, waaronder de ervan voorziene werken gekeurd zijn. Door met echte jaarletters te gaan werken, zou de mogelijkheid verdwijnen om na te gaan wie de voor keurmerking van een bepaald voorwerp verantwoordelijke essayeur is geweest. Om dit te ondervangen werden op de kantoren waar een essayeurwisseling plaatsvond, bij het optreden van de nieuwe essayeur, nieuwe jaarletterstempels in gebruik genomen, waaraan een bijzonder kenmerk werd toegevoegd.”

Een dergelijke kleine insculpatieplaat werd, puur ter zelfbescherming van de essayeur, om die reden vervaardigd en door de essayeur voor persoonlijk gebruik op het Kantoor van Waarborg bewaard
Daarnaast werden de grote insculpatieplaten, waarin alle merken van de essayeurs waren afgeslagen, eveneens op het Kantoor van Waarborg bewaard
De kleine insculpatieplaat stelde de essayeur in staat om, onafhankelijk van de grote insculpatieplaten, in het geval dat er een voorwerp werd aangeboden waarvan het essaai onjuist was en waarop valse merken van hem waren afgeslagen, door middel van die kleine insculpatieplaat aan te tonen hoe de door hem gebruikte merken eruit moesten zien

Opschriften

De jaarletter S van 1902 in een rond stempelveld, met links en rechts een stip naast de letter, binnen het stempelveld, en daarnaast, buiten het stempelveld, het cijfer 135

De stippen links en rechts naast de jaarletter S van 1902 duiden dus op twee essayeurwisselingen in het jaar 1902 in het betreffende Kantoor van Waarborg;
* De eerste essayeur gebruikte de reguliere jaarletter zonder bijzonder kenmerk
* De tweede essayeur gebruikte een jaarletter met één stip
* De derde essayeur gebruikte een jaarletter met twee stippen

Ieder jaar kende een andere jaarletter, de essayeur zag erop toe dat het oude stempel vernietigd werd

De jaarletter S van 1902 is tweemaal afgeslagen met een klein verschil; zo is de onderzijde van de linker S wat hoekiger en kent de rechter S aan de bovenzijde een dunne “pennenstreek”

Zijn de stempels Q 135 voor de jaarletters wellicht verschillend omdat ze respectievelijk voor het stempelen van goud en zilver, materialen met een verschillende hardheid, hebben gediend en dus ook een andere hardheid bezitten?

De hoofdletter / slagletter Q en het cijfer 135 corresponderen vermoedelijk met identiek afgeslagen jaarletters op de grote insculpatieplaat zoals die in het Kantoor van Waarborg werd bewaard

Staat de hoofdletter Q voor de hoofdletter Q van het Kantoor van Waarborg te Roosendaal?
Dat Kantoor van Waarborg was in bedrijf van 1889-1926

Of bewaarde ieder Kantoor van Waarborg meerdere grote, met een hoofdletter aangeduide, insculpatieplaten?
Met andere woorden correspondeert die letter Q met één van de grote insculpatieplaten die in het Kantoor van Waarborg werden bewaard?

Het grote cijfer 135 is vermoedelijk een volgnummer van de stempels zoals die op de grote insculpatieplaat vermeld staan
Waarom werden de stempels van een volgnummer voorzien?
Werden ze in een register opgenomen of alleen op de grote insculpatieplaat vermeld?

De beide afslagen van de jaarletter S van 1902 hebben niet ieder een eigen nummer maar slechts één nummer 135
Is bekend wat de reden daarvan is?

IJkmerken

n.v.t.

Bijzonderheden

De afmetingen van de insculpatieplaat zijn 19 x 14 mm

Inventarisnummer

n.v.t. / Collectie W

Foto's

Webmuseum goudenzilverweging.nl