www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

4 engels uit de Zuidelijke Nederlanden particuliere collectie

Type gewicht
Lamelgewicht
Gebruik van het gewicht
Gewicht ten behoeve van goud- en zilverweging
Gieter/fabrikant
Het gewicht is gemerkt met een gekroonde goudsmidhamer
In 2000 jaar gewichten in de Nederlanden staat op blz. 81 over het merk met de gekroonde goudsmidhamer:
“Vooral op muntgewichten sloeg de ijkmeester soms zijn waardigheidsteken af: een gekroonde goudsmidhamer of een ponjaard ten teken van zijn lidmaatschap van het gilde, dit teken werd ook in Engeland gebruikt , onder meer door J. Neal, of een zespuntige ster ofwel een kroontje ten teken dat hij door de stad Antwerpen, respectievelijk door de vorst was aangesteld.”

Rio Holtman vermoedt dat het gewicht wellicht rond 1650 is vervaardigd door de Antwerpse muntgewichtmaker Pierre Herck II, die in 1643 was benoemd tot ijkmeester-generaal van Brabant
Dit gezien de gelijkenis van de op het gewicht afgeslagen gekroonde goudsmidhamer met het merk van Peter Herck II, en op basis van een uit 1650 daterend muntgewicht met het merk van Pierre Herck II dat overeenkomt met de afbeeldingen uit 2000 jaar gewichten in de Nederlanden blz. 41 afb. 25 en blz. 189 afb. 438
Opschriften
n.v.t.
Berekende massa
Het is een gewicht van 4 engels afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden
Dat vanwege de op het gewicht afgeslagen merken: de vuurslag, de Franse of Trooise lelie, de gekroonde goudsmidhamer en het feit dat de massawaarde is uitgedrukt door middel van 4 concentrische cirkels
Vermoedelijk is de massa gerelateerd aan het Frans Troois gewicht, hoewel het massaverschil tussen de massa van een gewicht van 4 engels Frans Troois en 4 engels Hollands Troois erg klein is
4 engels Frans Troois = 4 x 1,529705771 gram = 6,118823084 gram =
6,1 gram
4 engels Hollands Troois = 4 x 1,538024125 gram = 6,152096500 gram =
6,2 gram
Gewogen massa
6,1 gram
IJkmerken
Op de door de ijk- en justeermeesters-generaal onderzochte Trooise gewichten werd in de Zuidelijke Nederlanden gebruik gemaakt van een jaartal of een jaarletter
Het boek 2000 jaar gewichten in de Nederlanden (uit 1980) vermeldt op blz. 40 dat er toen over de jaarletters uit de Zuidelijke Nederlanden helaas nog weinig met zekerheid bekend was

Het gewicht is echter niet voorzien van een jaarletter of jaartal
Het gewicht is gemerkt met een Franse of Trooise lelie, daaruit blijkt dat gaat om een gewicht voor goud- en zilverweging
Eerste ijk
n.v.t.
Laatste ijk
n.v.t.
Aantal keer geijkt
0x
IJkmeester
Aangezien het Troois gewicht niet alleen bij de Munt, maar ook in de goud-, zilver- en geldhandel werd gebruikt was goed toezicht op de Trooise gewichten voor de overheid natuurlijk van het grootste belang

In de Zuidelijke Nederlanden probeerden meerdere vorsten, overigens zonder veel succes, het toezicht op het Troois gewicht door middel van incidentele ordonnanties te regelen
Keizer Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519), Philips de Schone
(1478-1506) en Keizer Karel V (1500-1558) schreven het gebruik van het Troois gewicht aan goudsmeden en juweliers voor, wezen standaarden aan waarnaar de gewichten moesten worden gejusteerd en troffen al maatregelen met betrekking tot het toezicht op het Troois gewicht

In de periode vóór 1523 deed het Troois gewicht zijn intrede in onze streken en vaardigde men regels uit om ervoor te zorgen dat het Troois gewicht voor goud- en zilverweging ingevoerd zou gaan worden

Een ordonnantie van 16-02-1509 bepaalde dat de Bourgondische vuurslag, die ook op dit gewicht is afgeslagen, als goedkeuringsmerk van de officieel bij de Munt benoemde ijkmeester-generaal van de Zuidelijke Nederlanden te Brussel werd ingevoerd
De vuurslag mocht dus uitsluitend door de ijkmeester-generaal afgeslagen worden
Op de gewichten die met de slaper vergeleken werden moest ook de vuurslag afgeslagen worden

Op 19-08-1523 werd de in Antwerpen wonende Leonhard van de(r) Gheere (I) door Keizer Karel V aangesteld als eerste ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht
Keizer Karel V verleende hem daarmee het privilege om ”de Trooische gewichten naar de gewichten, liggende in de Kamer van Rekeningen te Brussel, voor zijne landen van herwaartsover alleen te mogen ijken en teekenen, zonder dat zulks aan een ander vergund is”
Ook stond Keizer Karel V alleen hem toe, om de Keulse gewichten daar te mogen “justeren ende teekenen”

In de Zuidelijke Nederlanden mochten vanaf 09-08-1523 alleen de ijk- en justeermeesters-generaal de Bourgondische vuurslag in hun merk voeren

Uit de afbeeldingen 19 t/m 33 op de blz. 40, 41 en 42 van het boek 2000 jaar gewichten in de Nederlanden blijkt dat veel ijk- en justeermeesters-generaal in de Zuidelijke Nederlanden de Bourgondische vuurslag ook daadwerkelijk in hun merkteken voerden
Dat gold voor de eerste ijk- en justeermeesters-generaal over de Verenigde Zeventien Provinciën/de Verenigde Nederlanden, Leonhard van de(r)
Gheere (I), in functie 1523-circa 1577, en voor veel van de na de bezetting van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585 in de Zuidelijke Nederlanden aangestelde provinciale ijk- en justeermeesters-generaal over Brabant, Vlaanderen en Artesië (Artois)
De vuurslag, andere benamingen daarvoor zijn vuurijzer, vuurstaal, staal, brandstaal of furison, duidde op hun waardigheid als ijk- en justeermeester-generaal

In eerste instantie werd verondersteld dat er wellicht gerechtvaardigd geconcludeerd kon worden dat dit gewicht als vroeg 16e eeuws te dateren is, specifieker aangeduid; tussen 1509 en 1523
Daarbij werd van de hypothese uitgegaan dat het merk van de ijk- en justeermeesters-generaal in de Zuidelijke Nederlanden vanaf 1509 uit enkel de vuurslag bestond, terwijl vanaf 1523 veel ijk- en justeermeesters-generaal de vuurslag in hun merkteken voerden
Op basis van die hypothese werd verondersteld dat de volgorde van de jaarletters in de Zuidelijke Nederlanden was: A 1509 / B 1510 / C 1511 /
D 1512 / E 1513 / F 1514 / G 1515 / H 1516 etc.

Rio Holtman wees er echter op dat er nogal wat tot circa 1700 te dateren muntgewichten bekend te zijn waarop als controlemerk ook een losse vuurslag is afgeslagen, daarmee werd de conclusie van een datering tussen 1509 en 1523 ontkracht
De invoeringsdatum van de losse vuurslag is gezien de ordonnantie van
16-02-1509 op 1509 te stellen, de einddatum, gezien de afslagen op muntgewichten tot circa 1700, rond 1700
Op basis van die informatie valt het getoonde en beschreven gewicht te dateren tussen 1509 en circa 1700

Waarschijnlijk is een losse vuurslag het merk van Leonhard van de(r)
Gheere (I)

Meer informatie over de ijk- en justeermeesters-generaal over de Zuidelijke Nederlanden is te vinden onder www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Overzicht ijk- en justeermeesters-generaal van het Troois gewicht in de Nederlanden

Meer informatie over de ontwikkeling van het Hollands Troois gewicht in de Nederlanden is te vinden onder www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Troois gewicht 3; de ontwikkeling van het Hollands Troois gewicht in de Nederlanden
Bijzonderheden
De vuurslag is een stuk staal waarmee vonken uit een vuursteen geslagen kunnen worden, terwijl met een vuurstaal een stuk staal van een vuurslag wordt aangeduid
In de late middeleeuwen kreeg de vuurslag zijn karakteristieke vorm, het geharde staal dat aan beide zijkanten is uitgesmeed tot een handgreep, zodat met kracht vonken geslagen kunnen worden
In de late middeleeuwen werden vuurslag en vuursteen door de hertogen van Bourgondië gevoerd als symbool
Zoals de uit vuursteen opspattende vonken de kern en aanzet zijn voor een reusachtige vlammenzee, zo moest het Bourgondische Huis het machtsmiddelpunt vormen van een groot, westers rijk
De vuurslag symboliseerde aldus de expansiedrang van de Bourgondiërs
Toen Philips de Goede, hertog van Bourgondië, in het jaar 1430 te Brugge zijn roemruchte Orde van het Gulden Vlies in het leven riep om eenheid in zijn grote rijk te bewerkstelligen, werd de vuurslag tevens één van de symbolen van deze ridderorde en bleef dat tot op de dag van vandaag
Inventarisnummer
n.v.t. / Particuliere collectie
Foto's
Particuliere verzamelaar