www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Andere objecten

2 denier particuliere collectie

Type gewicht

Lamelgewicht, feitelijk een dun messing plaatje

Gebruik van het gewicht

Gewicht ten behoeve van goud- en zilverweging

Gieter/fabrikant

De gieter/fabrikant is vermoedelijk de ijk- en justeermeesters-generaal over de Verenigde Zeventien Provinciën / de Verenigde Nederlanden Leonhard van de(r) Gheere (I), in functie van 1523 tot circa 1577

Opschriften

Op de voorzijde: twee cirkels die staan voor de massa van 2 denier
Op de keerzijde: de hoofdletter G, vermoedelijk de initiaal van Leonhard van de(r) Gheere (I)

Berekende massa

2 denier als onderdeel van het Frans Troois pond van 489,505 gram
1 denier = 1/384 pond = 1/192 mark = 1 denier = 1,274754809 gram
2 denier = 2 x 1,274754809 gram = 2,549509618 gram = 2,55 gram

Gewogen massa

1,8 gram
De gewogen massa is een stuk lager dan de berekende massa omdat het een bodemvondst betreft

IJkmerken

De Franse of Trooise lelie,die geeft aan dat we te maken hebben met een Troois gewicht voor goud- en zilverweging

De Bourgondische vuurslag, die duidde op de waardigheid als ijk- en justeermeester-generaal

Eerste ijk

n.v.t.

Laatste ijk

n.v.t.

Aantal keer geijkt

0x

IJkmeester

De hoofdletter G is vermoedelijk de initiaal van de ijk- en justeermeesters-generaal over de Verenigde Zeventien Provinciën / de Verenigde Nederlanden Leonhard van de(r) Gheere (I), in functie van 1523 tot circa 1577

Aangezien het Troois gewicht niet alleen bij de Munt, maar ook in de goud-, zilver- en geldhandel werd gebruikt was goed toezicht op de Trooise gewichten voor de overheid natuurlijk van het grootste belang

In de Zuidelijke Nederlanden probeerden meerdere vorsten, overigens zonder veel succes, het toezicht op het Troois gewicht door middel van incidentele ordonnanties te regelen
Keizer Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519), Philips de Schone
(1478-1506) en Keizer Karel V (1500-1558) schreven het gebruik van het Troois gewicht aan goudsmeden en juweliers voor, wezen standaarden aan waarnaar de gewichten moesten worden gejusteerd en troffen al maatregelen met betrekking tot het toezicht op het Troois gewicht

In de periode vóór 1523 deed het Troois gewicht zijn intrede in onze streken en vaardigde men regels uit om ervoor te zorgen dat het Troois gewicht voor goud- en zilverweging ingevoerd zou gaan worden

Een ordonnantie van 16-02-1509 bepaalde dat de Bourgondische vuurslag als goedkeuringsmerk van de officieel bij de Munt benoemde ijkmeester-generaal van de Zuidelijke Nederlanden te Brussel werd ingevoerd
Op de gewichten die met de slaper vergeleken werden moest ook de vuurslag afgeslagen worden

Op 19-08-1523 werd de in Antwerpen wonende Leonhard van de(r) Gheere (I) door Keizer Karel V aangesteld als eerste ijk- en justeermeester-generaal van het Troois gewicht
Keizer Karel V verleende hem daarmee het privilege om ”de Trooische gewichten naar de gewichten, liggende in de Kamer van Rekeningen te Brussel, voor zijne landen van herwaartsover alleen te mogen ijken en teekenen, zonder dat zulks aan een ander vergund is”
Ook stond Keizer Karel V hem bij uitsluiting toe, om de Keulse gewichten daar te mogen “justeren ende teekenen”

In de Zuidelijke Nederlanden mochten vanaf 09-08-1523 alleen de ijk- en justeermeesters-generaal de Bourgondische vuurslag in hun merk voeren

Uit de afbeeldingen 19 t/m 33 op de blz. 40, 41 en 42 van het boek 2000 jaar gewichten in de Nederlanden blijkt dat veel ijk- en justeermeesters-generaal in de Zuidelijke Nederlanden de Bourgondische vuurslag ook daadwerkelijk in hun merkteken voerden
Dat gold voor de eerste ijk- en justeermeesters-generaal over de Verenigde Zeventien Provinciën/de Verenigde Nederlanden, Leonhard van de(r) Gheere (I), in functie 1523-circa 1577, en voor veel van de na de bezetting van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585 in de Zuidelijke Nederlanden aangestelde provinciale ijk- en justeermeesters-generaal over Brabant, Vlaanderen en Artesië (Artois)
De vuurslag, andere benamingen daarvoor zijn vuurijzer, vuurstaal, staal, brandstaal of furison, duidde op hun waardigheid als ijk- en justeermeester-generaal

Wellicht kan er gerechtvaardigd geconcludeerd worden dat dit gewicht als vroeg 16e eeuws te dateren is, specifieker aangeduid; tussen 1509 en 1523
Daarbij wordt van de hypothese uitgegaan dat het merk van de ijk- en justeermeesters-generaal in de Zuidelijke Nederlanden vanaf 1509 enkel uit de vuurslag bestond, terwijl vanaf 1523 veel ijk- en justeermeesters-generaal de vuurslag in hun merkteken voerden

Gedurende de periode tussen 1509 en 1523, toen er in onze streken regels werden uitgevaardigd om ervoor te zorgen dat het Troois gewicht voor goud- en zilverweging ingevoerd zou gaan worden, werd, naast andere gewichtstelsels, het Frans Troois gewicht voor de weging van goud en zilver gebruikt
Verondersteld wordt dat het Frans Troois vanaf 16-02-1509 tot 09-08-1523 door de ijk- en justeermeester-generaal met enkel de vuurslag werden geijkt
Vanaf 09-08-1523 mocht alleen de ijk- en justeermeester-generaal immers de Trooise gewichten en de “bij uitsluiting” ook nog de Keulse gewichten justeren en ijken

Waarschijnlijk is een losse vuurslag of vuurstaal het merk van Leonhard van de(r) Gheere (I)

Meer informatie over de ijk- en justeermeesters-generaal over de Zuidelijke Nederlanden is te vinden onder www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Overzicht ijk- en justeermeesters-generaal van het Troois gewicht in de Nederlanden

Meer informatie over de ontwikkeling van het Hollands Troois gewicht in de Nederlanden is te vinden onder www.goudenzilverweging.nl > Documentatie > Troois gewicht 3; de ontwikkeling van het Hollands Troois gewicht in de Nederlanden

Bijzonderheden

Datering vroeg 16-e eeuw, vermoedelijk tussen 1509 en 1523
De verklaring daarvoor is te vinden onder IJkmerken en IJkmeester

De vuurslag is een stuk staal waarmee vonken uit een vuursteen geslagen kunnen worden, terwijl met een vuurstaal een stuk staal van een vuurslag wordt aangeduid
In de late middeleeuwen kreeg de vuurslag zijn karakteristieke vorm, het geharde staal dat aan beide zijkanten is uitgesmeed tot een handgreep, zodat met kracht vonken geslagen kunnen worden
In de late middeleeuwen werden vuurslag en vuursteen door de hertogen van Bourgondië gevoerd als symbool
Zoals de uit vuursteen opspattende vonken de kern en aanzet zijn voor een reusachtige vlammenzee, zo moest het Bourgondische Huis het machtsmiddelpunt vormen van een groot, westers rijk
De vuurslag symboliseerde aldus de expansiedrang van de Bourgondiërs
Toen Philips de Goede, hertog van Bourgondië, in het jaar 1430 te Brugge zijn roemruchte Orde van het Gulden Vlies in het leven riep om eenheid in zijn grote rijk te bewerkstelligen, werd de vuurslag tevens één van de symbolen van deze ridderorde en bleef dat tot op de dag van vandaag

Inventarisnummer

n.v.t. / Particuliere collectie

Foto's

Rio Holtman