Milligramgewichten
De milligramgewichten zitten in een kartonnen doosje met aan de binnenkant een sticker van de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken J.M. van Kempen en zonen te Voorschoten Om die reden zijn ze vermoedelijk in die fabriek gebruikt voor het wegen van goud en zilver
Onbekend
500 / 200 / 100 / 100 / 50 / 10
500, 200, 100, 100, 50 en 10 milligram
n.v.t.
0x
Op de gewichten van 500, 200, 100, 100 en 50 is het ijkkantoornummer 3 van het ijkkantoor Arnhem afgeslagen
1858-1919 Koninklijke Nederlandsche Fabriek J.M. van Kempen en zonen te Voorschoten De grondlegger van de Koninklijke Nederlandsche Fabriek J.M. van Kempen en zonen te Voorschoten is de in Utrecht geboren Johannes Mattheus van Kempen I (1764-1833), de enige zoon van Pieter van Kempen en Margaretha van Sweringen In 1777 ging hij in de leer bij Meester Den Briter om het ambacht van zilversmid onder de knie te krijgen Hij werd in 1789 als meester opgenomen in het Goud- en Zilversmedengilde te Utrecht, waarna hij zijn eigen meesterteken mocht voeren In dat jaar richtte hij ook een zilversmederij op Zijn specialisaties waren boeksloten, gespen en knoptasjes Zijn zonen Pieter Johannes (1790-1831) en Johannes Mattheus II (1792-1831) waren ook zilversmeden te Utrecht
Johannes Mattheus van Kempen III (1814-1877), de zoon van Johannes Mattheus II, was aanvankelijk theologiestudent In 1835 vestigde hij zich als kashouder, dat is de houder van een zilverkas in feite een zilververkoper met een winkel aan huis, in de Choorstraat te Utrecht Kashouder is een Oudhollandse term die in de 18e eeuw in onbruik raakte Kashouders waren dikwijls zelf ook zilversmid Johannes Mattheus III zette de traditie van zijn grootvader en vader, respectievelijk Johannes Mattheus I en II voort, zij waren beiden ook edelsmid en kashouder In 1835 richtte Johannes Mattheus III in Utrecht met drie van zijn zonen een zilverfabriek op: de Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken J.M. van Kempen en zonen Johannes Mattheus III was daarvan de eerste directeur In 1841 verkreeg J.M. van Kempen en zonen toestemming om het Koninklijk Wapen te voeren
Zijn bescheiden bedrijf zou hij uitbouwen tot Nederlands grootste zilverfabriek met internationale uitstraling Als gevolg van een toenemende vraag naar kwalitatief goed en betaalbaar zilver door een groter wordende groep van welvarende klanten, expandeerde de zilverproductie in het midden van de 19e eeuw De innovatieve ondernemer Van Kempen realiseerde zich goed dat fabrieksmatige zilverproductie op den duur de ambachtelijke edelsmeedkunst zou verdringen Als eerste Nederlandse zilverfabrikant introduceerde Johannes Mattheus III moderne productietechnieken en technische vernieuwingen in het productieproces In 1851 was het bedrijf de eerste Nederlandse zilverfabriek die een stoommachine gebruikte voor de productie van zilverwerk Dat betekende dat er serieproducties vervaardigd konden worden, hetgeen noodzakelijk was om aan de grote vraag naar zilver te kunnen voldoen Vanaf 1853 werden er in de fabriek ook juwelen vervaardigd De zilverfabriek wilde graag uitbreiden maar Utrecht gaf geen vergunning voor de realisatie van verdere uitbreidingsplannen Om die reden vestigde de fabriek, waar inmiddels 50 werknemers werkten, zich in 1858 in een modern nieuw pand in Voorschoten In 1857 had Van Kempen het Haagse juweliersbedrijf J.F.C. Gowthorpe op de hoek Noordeinde/Plaats overgenomen Die overname is zeker van invloed geweest op de keuze van de vestigingsplaats van de nieuwe fabriek dichtbij Den Haag De verhuizing naar Voorschoten was ook een logische keuze omdat de locatie dichtbij de hofstad lag, daar kon transport via het spoor en per schip over het kanaal de Vliet soepel worden geregeld en er waren goede afzetmogelijkheden
De Haagse architect Delia (1816-1898) ontwierp de fabriek, die qua stijl Frans geïnspireerd was Er waren grote ramen voor optimaal daglicht in de ateliers De ruime werkplaatsen waren voor die tijd uiterst modern en het landhuisachtige fabrieksgebouw paste goed in de lommerrijke omgeving De bouwkosten bedroegen 18.500 gulden
In de nieuwe fabriek in Voorschoten werden onder meer stoommachines uit Engeland geïnstalleerd Bij de opening in juni 1858 verleende koning Willem III het predicaat ‘Koninklijk’ aan het bedrijf Vanaf dat moment luidde de bedrijfsnaam Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken J.M. van Kempen en Zonen
Door de stijgende welvaart in de tweede helft van de 19e eeuw floreerde de zilverindustrie, want de vraag naar zilver bestek en zilverwerk was groot Uit die periode is nog veel mooi zilver overgebleven Dat was ook aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw het geval Toen werden er zilveren cassettes gemaakt bestaande uit soms wel 400 delen met voor ieder gerecht een aparte schep Het tafelzilver uit die tijd is nog heel goed te verzamelen en een sieraad op tafel
Nadat J.M. van Kempen III in 1877 overleed nam J.M. van Kempen IV (1855-1931) samen met zijn twee broers de leiding op zich Vanaf 1902 was Johannes Mattheus IV de enige bestuurder van het bedrijf De firma J.M. van Kempen en zonen was inmiddels uitgegroeid tot een industrieel bedrijf
In de periode 1900-1901 waren er bij Van Kempen 217 werknemers in dienst De afdelingen zilversmederij, goudsmederij en lepelmakerij waren nagenoeg even groot met respectievelijk 29, 24 en 26 werknemers Zowel in Nederland als in het buitenland was het een unicum dat één fabriek zilverwerken van het allerkleinste tot groot formaat en juwelen in alle prijsklassen produceerde 1919 Fusie van J.M. van Kempen en Zonen te Voorschoten / K.N.E.B. te Voorschoten In 1918 waren de heren Van Kempen, Begeer en Vos op advies van de Rotterdamse Bankvereniging (later ABN-AMRO) al samengegaan Op 17-06-1919 verscheen er een persbericht over de totstandkoming van de holding N.V. Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven (K.N.E.B) Van Kempen, Begeer en Vos te Voorschoten In 1919 vond er namelijk een fusie plaats tussen: 1 De Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken J.M. van Kempen en Zonen te Voorschoten, inmiddels geleid door de vijfde generatie Van Kempen Deze fabriek werd ook wel Zilverfabriek Voorschoten genoemd 2 De N.V. Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Juweelen, Zilverwerken en Penningen van C.J. Begeer te Utrecht Begeer was met 50 werknemers kleiner dan Van Kempen, maar had grote onder meer op de detailhandel gerichte ambities en Begeer was net als Van Kempen hofleverancier Begeer verhuisde met alle machines naar Voorschoten, waar zij hun expertise en de productie van medailles en gedenkpenningen voortzetten 3 De Juwelenfabriek N.V. Fabriek van Gouden en Zilveren werken voorheen Jac. Vos & Co. te Rotterdam Dat was een bedrijf met diverse specialismen Naast de juwelenfabricage had de firma Vos in 1914 de Zaanlandsche Zilversmederij van Albert Schoorl in Haarlem overgenomen Daar werd ‘Oud Hollandsch Zilver’ geproduceerd Vanaf 1915 werd daar ook glad zilver vervaardigd met gebruikmaking van een dieptrekpers Ook had Jac. Vos in 1917 het bijouteriebedrijf Van Ghijben in Den Bosch overgenomen Daar werden sieraden in het goedkopere segment gemaakt
Het nieuwe bedrijf van de drie fusiepartners, de K.N.E.B., wilde zich sterk profileren door het leveren van hoogwaardige zilveren producten tegen concurrerende prijzen Na de fusie in 1919 was Carel Joseph Anton Begeer (1883-1956) de directeur In 1924 werden de zaken opnieuw ingedeeld in vijf afzonderlijke vennootschappen, met onder meer aparte naamloze vennootschappen voor de exploitatie van de juweliersmagazijnen In 1925 werd, na roerige eerste jaren, verschillende directiewijzigingen en samenwerkingsverbanden een reorganisatie noodzakelijk die leidde tot de vorming van één hoofddirectie bestaande uit de heren C.J.A. Begeer als directeur-generaal/directievoorzitter, bijgestaan door Dirk Vos als directeur
In 1925 verlieten de heren Van Kempen na de reorganisatie de K.N.E.B. Antonius (Anton) Everdinus van Kempen (1893-1970) werd toen om financiële redenen één van de directeuren van de concurrent Gerritsen te Zeist, welk bedrijf daarna verder ging onder de naam N.V. Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen te Zeist Daardoor ontstond grote verwarring waarvan zowel de K.N.E.B. te Voorschoten alsook Gerritsen en Van Kempen te Zeist profiteerden Na het vertrek van A.E. van Kempen ging de voormalige fabriek van J.M. van Kempen en Zonen te Voorschoten verder als de Zilverfabriek Voorschoten, tegelijkertijd werd de K.N.E.B. ook wel Zilverfabriek Voorschoten genoemd
Voor de bedrijven Gerritsen en Van Kempen en de Zilverfabriek waren het bijzondere jaren waarin er door de onderlinge concurrentie bijzonder fraaie items en ontwerpen werden vervaardigd Als ontwerpers werkten bij Gerritsen en Van Kempen Gustav Beran en bij de Zilverfabriek Christa Ehrlich Zij zorgden voor moderne strakke ontwerpen in zowel tafelzilver en corpuswerk Het zilverwerk dat beide fabrikanten in deze periode vervaardigden was van topkwaliteit.
De K.N.E.B. richtte zich vooral op de winkels en het productiebedrijf te Voorschoten kreeg de status van intern toeleveringsbedrijf De verschillende onderdelen opereerden redelijk zelfstanding De holding kende elf directeuren en uiteindelijk vier dochterondernemingen/werkmaatschappijen: 1 Koninklijke Van Kempen en Begeer B.V. te Voorschoten, de voormalige fabriek van J.M. van Kempen en Zonen Na het vertrek van A.E. van Kempen ging deze fabriek verder als de Zilverfabriek Voorschoten De Zilverfabriek Voorschoten ontwierp en produceerde voornamelijk cassettes tafelzilver onder de bedrijfsnaam/het merk Zilfa Pleet Verder werden er hoogwaardige zilverwerken zoals serviezen, bestek en andere metaalwerken voor het huishouden, kunstvoorwerpen, maar ook penningen vervaardigd Het bedrijf had een belangrijke regionale functie als werkgever 2 Koninklijke Begeer B.V. te Voorschoten Deze werkmaatschappij legde zich toe op souvenirs, sportprijzen, lepeltjes en relatiegeschenken 3 Begeer, Van Kempen en Vos B.V. Dit was een winkelbedrijf met aanvankelijk acht en later elf winkels, waarvan vier in Nederlands Indië, één van de grootste afzetgebieden Bekend is het Van Kempen zilver dat door de firma Van Arcken te Batavia werd verkocht Op het hoogtepunt werkten daar 120 mensen Nog steeds wordt er zilverwerk gevonden met als 5e keur het winkelmerk van Van Arcken Ook komt er nog zilverwerk aan het licht met als 4e keur het meesterteken van Van Arcken maar duidelijk door Van Kempen gemaakt 4 N.V. Hollandsche Kettingfabriek D.C.W. (Dutch Chain Works) te Voorschoten Daar vond de machinale kettingproductie voor sieraden plaats Conclusie De werkzame periode van de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Gouden en Zilveren Werken J.M. van Kempen en zonen was 1835-1919 In de periode 1835-1858 zetelde de fabriek te Utrecht (stad) en van 1858-1919 te Voorschoten Sinds 1919 maakte de Koninklijke Nederlandsche Fabriek J.M. van Kempen en Zonen te Voorschoten onderdeel uit van de holding K.N.E.B Van Kempen, Begeer en Vos te Voorschoten Na de reorganisatie van 1925 wijzigde de naam van het bedrijf in Koninklijke Van Kempen en Begeer B.V. te Voorschoten/Zilverfabriek Voorschoten
Uit het bovenstaande blijkt dat het kartonnen doosje te dateren is tussen 1858 en 1919/1925 De milligramgewichten stammen uit de periode 1870-1912 hetgeen overeenkomt met de datering van het doosje Ook om die reden zijn ze vermoedelijk in die fabriek gebruikt voor het wegen van goud en zilver
n.v.t. / Collectie W
Doosje en milligramgewichten: Webmuseum goudenzilverweging.nl Foto portret J.M. van Kempen III (1814-1877): https://hetutrechtsarchief.nl/beeldmateriaal/detail/4a88b2e2-0c8a-5f8c-86a7-34fae0c1eff5 Foto portret C.A.J. Begeer (1883-1956): https://www.925-1000.com/forum/viewtopic.php?t=28590 Foto prentbiefkaart fabriek J.M. van Kempen te Voorschoten: https://www.allejaren.nl/provincies/zuid-holland/voorschoten/voorschoten-nl/ Kleurenfoto fabriek J.M. van Kempen te Voorschoten: https://standbeelden.vanderkrogt.net/extra/zh/ZH68ab-07636.jpg Kleurenfoto gevel fabriek J.M. van Kempen te Voorschoten met borstbeeld J.M. v. Kempen III (1814-1877): https://standbeelden.vanderkrogt.net/Foto/ZH/ZH68ab-2.jpg Foto borstbeeld van J.M. van Kempen III (1814-1877) in de gevel van de fabriek te Voorschoten: https://standbeelden.vanderkrogt.net/Foto/ZH/ZH68ab.jpg