www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

Balansschaal voor een gelijkarmige balans, geijkt door Jacob l’Admiral collectie W

Object

Balansschaal voor een gelijkarmige balans, geijkt door Jacob l’Admiral.

Gebruik van het object

Balansschaal voor een gelijkarmige balans, gebruikt voor goud- en zilverweging.

Opschriften

n.v.t.

IJkmerken

In de balansschaal zijn afgeslagen:
* Het merk van Jacob l'Admiral, de ijk- en justeermeester-generaal van Holland en West-Friesland, die vanaf 01-05-1750 ijk- en justeermeester-generaal over de gehele Unie Unie/de Zeven Provinciën was.
* De door l’Admiral afgeslagen jaarletters S van 1752, W van 1756 en
F van 1765.

Bijzonderheden

Allereerst een paar benamingen van onderdelen van een gelijkarmige balans.

Juk/balansjuk/draagbalk/evenaar
Het balansjuk is de beweegbare draagbalk waarmee wordt gewogen. Het juk wordt aan weerszijden van het hoofdmes belast met de te vergelijken massa’s: het te wegen object en de gewichten. Het juk bestaat uit twee gelijke, even lange en even zware balansarmen en scharniert rond het hoofdmes.

Een juk kan kortarmig of langarmig zijn. Een kortarmig juk geeft in het algemeen een kortere slingertijd dan een langarmig juk, maar de gevoeligheid heeft de neiging kleiner te zijn. Dat wordt tegengegaan door een lichte constructie van het juk. Vanaf eind 19e eeuw werden kortarmige balansen gangbaar omdat de korte slingertijd een groot gebruiksvoordeel was. Een langarmig juk geeft in het algemeen een langere slingertijd dan een kortarmig juk, maar de gevoeligheid heeft de neiging groter te zijn.

Slingertijd
De slingertijd is de tijdsduur van een enkele heen en weer gaande slingering, dat is de gedempte heen-en-weer gaande beweging van het juk nadat de balans voor het eerst in weegstand, de toestand van de balans waarin de feitelijke weging plaats vindt, is gebracht.

Balansarm/balansjuk
De gelijkarmige balans is een weeginstrument dat bestaat uit een evenaar of balansjuk met twee gelijke, even lange en even zware, balansarmen. Aan de uiteinden van iedere balansarm wordt, door middel van kettingen, koorden of touwen, een balansschaal opgehangen. De gelijkarmige balans werd met name voor hele grove wegingen of juist voor fijne weging gebruikt.

De diameter van de door l’Admiral geijkte balansschaal is 59 mm.

De diameter van een balansschaal moet kleiner zijn dan de lengte van het balansjuk ofwel de straal van de balansschaal moet kleiner zijn dan de lengte van de balansarm, dat is de afstand tussen het hoofdmes en het zijmes, anders zouden de balansschalen elkaar gaan raken.
Dit gegeven bepaalt de minimale lengte van het balansjuk: de diameter van de balansschaal.
Aan de hand van de diameter van de balansschaal kan overigens niets gezegd worden over:
* De lengte van het balansjuk.
* Het weegvermogen dat bij de balansschalen hoort.

De balansschaal is gebruikt voor goud- en zilverweging, in combinatie met een bij deze en een andere balansschaal horende voormetrieke, vermoedelijk ijzeren, gelijkarmige balans met een balansjuklengte van ruim 59 mm of meer, waarmee met Trooise gewichten goud en zilver werd afgewogen.
De drie gaatjes in de balansschaal dienden voor de ophanging van de balansschaal aan het balansjuk, dat kon in principe op drie manieren:

1
Ter plaatse van het balansjuk door middel van een 8-vormige messing oogje waaraan drie messing kettingen hingen. De kettingen werden aan het uiteinde ter plaatse van de balansschalen met messing staafjes en met dwarsstaafjes, de zogeheten ‘splitjes’, op de specifieke ‘Hollandse’ manier aan de balansschalen bevestigd. Soms werden de ‘splitjes’ ook wel direct aan de kettingen bevestigd.

2
Ter plaatse van het balansjuk door middel van een 8-vormige messing oogje waaraan drie messing kettingen hingen. De kettingen werden aan het uiteinde ter plaatse van de balansschalen met 8-vormige messing oogjes aan de balansschalen bevestigd.

3
Ter plaatse van het balansjuk door middel van een 8-vormige messing oogje waaraan met een samengestelde knoop drie koorden waren geknoopt. De koorden werden door de gaatjes in de balansschaal gestoken en aan de buitenzijde van de balansschaal werd in ieder koord een grote knoop gelegd die niet meer door het gaatje in de balansschaal getrokken kon worden. Op die manier werd de balansschaal aan de drie koorden opgehangen.

Inventarisnummer

n.v.t.  /  Collectie W

Foto's

Webmuseum goudenzilverweging.nl