www.goudenzilverweging.nl Goud- en zilverweging

300 florijnen van 28 stuiver collectie Museum Gouda

Type gewicht

Krukgewicht

Gebruik van het gewicht

Bankgewicht voor 300 florijnen van 28 stuiver zonder de zak

Gieter/fabrikant

Onbekend

Opschriften

420 / AGTENTWING / GULDENS / WEESKAMER
Het getal 420 staat voor 300 x 28 stuiver = 8400 stuiver = 420 guldens

Berekende massa

Onbekend

Gewogen massa

5781,20 gram

IJkmerken

n.v.t.

Eerste ijk

n.v.t.

Laatste ijk

n.v.t.

Aantal keer geijkt

0x

IJkmeester

n.v.t.

Bijzonderheden

Het gewichtlichaam heeft de vorm van een afgeknotte kegel en is eenvoudig met enkele sierringen versierd
In de onderkant is door middel van vermoedelijk lood en messing een grote onregelmatig gevormde justering aangebracht
In de onderkant zijn ook nog drie justeeropeningen aangebracht waarin geen lood is aangedreven
Het woord weeskamer is met contourletters in de onderkant gegraveerd

Wat hebben ongeijkte bankgewichten met een weeskamer te maken?

Ongeijkte bankgewichten werden vermoedelijk niet voor handelsdoeleinden gebruikt
Er werden vastgestelde partijen gemunt (klein)geld uit de omloop mee gewogen, zodat men dergelijke grote hoeveelheden kleingeld niet hoefde te tellen
Ongeijkte bankgewichten waren waarschijnlijk in gebruik bij instanties en/of instellingen waar men veel kleingeld ontving, zoals bijvoorbeeld bij weeshuizen en weeskamers

Dat er in vroeger tijden veel wezen waren kwam onder meer door grote sterfte als gevolg van verkeerde of onvoldoende voeding, slechte hygiëne en de nog weinig ontwikkelde medische wetenschap
Destijds lieten de meeste ouders na hun overlijden niet veel na, zodat er veel arme ouderloze kinderen bedelend door de stad doolden
Zij werden opgevangen in weeshuizen; tehuizen voor de verzorging van (arme) ouderloze kinderen
De weeskinderen volgden daar enige scholing in de vorm van lager onderwijs en leerden er tevens vaak een ambacht

De aan het hoofd van een weeshuis staande bestuurders waren meestal aanzienlijke of voorname vrouwen en mannen die tot de gegoede klasse behoorden
Naast bestuurder van een weeshuis konden de zogeheten weesmoeders en weesvaders tevens lid van een weeskamer zijn
Een weeskamer was een instelling die het beheer voerde over de bezittingen van wezen en van onbeheerde nalatenschappen van onbekende eigenaren

De benodigde gelden om een weeshuis te stichten en/of te onderhouden werden behalve via fondsen (activa ofwel het tegoed voor de waarborg van uitkeringen), grote giften van particulieren, legaten van rijke burgers en door particulieren in het leven geroepen stichtingen ook verkregen via verschillende collecten; huis-aan-huis collecten, kerk collecten en via inzamelingen door middel van op straathoeken geplaatste bussen
Ook werden er gelden verkregen via een aandeel in de rechten op veilingen, luxe maaltijden en begrafenissen, via diverse ingestelde extra belastingen en via loterijen
Op een lot van twee stuivers werd wel een kans geboden op de hoofdprijs van duizend gulden en soms op zowel geld als op voorwerpen van goud of zilver
Dergelijke loterijen leverden de organisatoren vele tienduizenden guldens op

Een bladzijde uit het “Verhuurboek van de jongens” uit de periode
1688-1692 vermeldt dat het Heilige-Geest-weeshuis te Gouda, om inkomsten te genereren, onder meer de oudere weesjongens aan diverse ambachtslieden “verhuurde”
Het weeshuis inde daarbij het door de weesjongens verdiende loon, dat werd aangeduid als “kinderwinst”
Het werd verder aan de “baas” overgelaten om naar verdienste een zakgeld uit te keren
Uit deze bron van inkomsten verkreeg het Heilige-Geest-weeshuis in de 17e en de 18e eeuw ongeveer 5 tot 10 % van de haar ter beschikking gestelde middelen

Uit het voorgaande blijkt dat weeshuizen en weeskamers hun inkomsten voornamelijk in de vorm van klein- of muntgeld c.q. scheide-munt of payement ontvingen
Feitelijk zijn dat de kleinere munten bedoeld voor dagelijks gebruik, zoals schellingen, dubbele en enkele stuivers
In dergelijke instellingen zal het gebruik van bankgewichten waarmee grote partijen munten konden worden gewogen c.q. “geteld” dan ook zeker niet vreemd zijn geweest
De aanwezigheid van het woord WEESKAMER op de bankgewichten uit de collectie van Museum Gouda is daarmee verklaard
Het feit dat die bankgewichten ongeijkt zijn, in combinatie met het opschrift WEESKAMER, duidt er op dat ze waarschijnlijk niet voor handelsdoeleinden gebruikt mochten worden, maar enkel voor intern gebruik in de weeskamer

Inventarisnummer

20824G / Collectie Museum Gouda

Foto's

Museum Gouda